TEKSTTONEEL | LES 7 Kerstelijke afsluiting MET KERST LIEDJES

TEKSTTONEEL | LES 7
Kerstelijke afsluiting
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

TEKSTTONEEL | LES 7
Kerstelijke afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
5. Telefoon in je kluisje.

Heeft docent hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan we doen?
Drama spellen rondom kerst!

   Einde van de les: Scènes inhalen speltoets

     Herkansers speltoets mogen oefenen op de gang

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming Up:
Probleem - oplossing

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming Up:
Probleem - oplossing
  • Zoek een plek in het lokaal waar je de ruimte hebt om te spelen.
  • Spreek af wie A en B is.
  • A heeft straks een probleem,
     B lost het op (daarna wisselen)
  • De probleemoplosser bepaalt zelf hun rol, het mag ook fantasievol zijn (kerstelfje bijvoorbeeld).
  • Gebruik je mimiek, fysiek en stem!




Slide 5 - Diapositive

Problemen:
  1. A  je bent de Kerstman en je zit met de arrenslee vast in de sneeuw. B lost het probleem voor je op.
  2. B , je bent te laat bij de winkel om kersteten te kopen (nu blijft de tafel leeg met kerst). Daar sta je dan voor de dichte winkeldeur.  A lost het probleem voor je op.
  3. A , je bent een eenzame bejaarde met kerst. B lost het probleem voor je op.
  4. B , je bent verdwaald in de sneeuw en je zou bij vrienden kerst gaan vieren. A lost het probleem voor je op.
Speloefening:
Beeld het kerstlied uit!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening:
Beeld het kerstlied uit!
  • Een aantal spelers beginnen op de vloer en krijgen een kerstlied.
  • Zij spelen het kerstlied na of beelden de tekst uit
  • Steek je vinger op als je het kerstlied durft te raden!

Slide 7 - Diapositive

Afspeellijst van makkelijk naar moeilijker: https://music.youtube.com/playlist?list=PLGzq7Zwfx1Mwptt7cL2DLjk8gUtRCG6JN&si=eSLwzlm-4Fi_5b67

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelafsluiting:
Hoofd, schouders, knie en MUTS

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelafsluiting: Hoofd, schouders, knie en MUTS
  • Sta tegenover je tweetal.
  • Luister naar de aanwijzing van de docent.
  • Als je "muts" hoort moet je de muts in het midden als eerste pakken.
  • Strijden tot er 1 winnaar is

Slide 19 - Diapositive

Instructies:
  1. Elke tweetal staat tegenover elkaar met een muts tussen hen in op de grond.
  2. De docent zegt willekeurig hoofd, schouders, knie, teen of muts. De leerlingen moeten het juiste lichaamsdeel bij zichzelf aanraken.
  3. Als er muts gezegd wordt moet je de muts als eerste pakken, dan win je.
PUBLIEKSOPSTELLING

Belangrijke afspraken:
  • Leg materiaal neer onder je stoel (handen leeg).
  • Als publiek kijk je naar de scènes en je praat er niet doorheen.
  • Na elke scène geven wij kort applaus.



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Teksttoneel Beoordelen: Waar let ik op?
  •   TekstbegripSpelers begrijpen de tekst die zij spelen.
  •   Tekst kennis: Spelers kennen de tekst uit hun hoofd.
  •   Mise-en-scène: De locatie wordt duidelijk gespeeld door middel van            handelingen, de manier van praten en hoe de ruimte gebruikt wordt.
  •   Fysieke transformatie: Duidelijke personages in fysiek, mimiek en stem.
  •   Emotie en sfeer: Spelers durven met grote emoties te spelen.
  •   Je bent goed verstaanbaar en zichtbaar.
  •   Je bent geconcentreerd aan het spelen en je blijft in je rol.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions