ONO Blok 3 Grammatica 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
3. Log in bij lessonup.app
   

Terugblik

1. Huiswerk bespreken 

2. Wat weet je nog van de vorige les?

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Ik zou mijn broertje van school ophalen.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Heb jij je weektaak al helemaal klaar?

Leerdoelen:

• Ik kan in een zin de zelfstandige naamwoorden (ZNW) en lidwoorden (LW) herkennen en benoemen.

Instructie - woordsoortbenoeming

Zelfstandige naamwoorden (znw): 

• mensen 
• dieren
• planten
• dingen
• namen (van mensen, dieren en planten, maanden, plaatsen, rivieren, landen).
  

Voor een zelfstandig naamwoord kun je altijd de, het of een zetten.

Een zelfstandig naamwoord kan ik enkelvoud en/of meervoud staan.

Je kan een zelfstandig naamwoord verkleinen, vb: man > mannetje. 

Instructie - woordsoorten

Er zijn 3 lidwoorden (lw):

1. de
2. het 
3. een
   

Benoem de zelfstandige naamwoorden (znw) in de volgende zin:

Vandaag zou Sarah haar broertje van school ophalen.

Benoem de zelfstandige naamwoorden (znw) in de volgende zin:

De bomen werden gesnoeid.

Benoem de zelfstandige naamwoorden(znw) in de volgende zin:

De fietsen staat in de fietsenstalling

Benoem 3 lidwoorden (lw):

Zelfstandige verwerking

• Brons: blz. 122, opdr. 15, 16, 18, 19
• Zilver: blz. 122, opdr. 15, 16, 18, 19
• Goud: blz. 122, opdr. 15, 17, 18, 19

Klaar? 

• Streep de opdrachten af op je takenkaart.
• Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
• Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.

Geef een aantal voorbeelden van zelfstandige naamwoorden (znw).

Vooruitblik

In de volgende les gaan we verder met B3 Spelling.