Herhalingsles hoofdstuk 3 (3.1, 3.2 en 3.6)

Herhalingsles Ordenen 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles Ordenen 

Slide 1 - Diapositive

Ordenen
Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 2 - Diapositive



Er zijn 4 grote groepen: de rijken

Celkenmerken
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 3 - Diapositive

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 4 - Diapositive

Dieren
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels



Slide 5 - Diapositive

Planten
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 


Slide 6 - Diapositive

Schimmels
  • celkern
  • celwand 
  • bladgroenkorrels 


Slide 7 - Diapositive

Bacteriën
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 

Slide 8 - Diapositive

Waarmee delen we organisme in?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten
C
Kenmerken
D
Dieren

Slide 9 - Quiz

Ik heb een celwand, maar geen bladgroenkorrels.... Wie ben ik?
A
Plant
B
Bacterie
C
Dier
D
Schimmel

Slide 10 - Quiz

De groep zonder celkern is?
A
Bacteriën
B
Planten
C
Dieren
D
Schimmels

Slide 11 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 12 - Quiz

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 13 - Question de remorquage

Tot welk RIJK behoort de mens?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Gewervelden

Slide 14 - Quiz

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 15 - Quiz

Overeenkomst
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet elkaar, zitten wel in hetzelfde rijk

Slide 16 - Diapositive

Soort
Soms lijken  dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!

Slide 17 - Diapositive

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 18 - Diapositive

Honden: Wel 1 soort
+
=
    Beagle                       Pug                              Puggle
                                                                  (kan voortplanten)

Slide 19 - Diapositive

Leeuw en Tijger: Niet 1 soort
+
=
      Leeuw                            Tijger                              Lijger
                                                               (kan niet voortplanten)

Slide 20 - Diapositive

Indeling van dieren


  1. Sponzen
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen 
  6. Gewervelden

Slide 21 - Diapositive

Symmetrie
Drie typen symmetrie






Tweezijdig
Veelzijdig
Niet symmetrisch

Slide 22 - Diapositive

Skeletten van dieren 
  • Het skelet geeft het dier stevigheid en bescherming

  • Een skelet aan de buitenkant van het dier noem je uitwendig

  • Een skelet aan de binnenkant van het dier noem je inwendig 

Slide 23 - Diapositive

Een spin is veelzijdig
symmetrisch?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Een mier heeft ..
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
skelet?

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding zie je een wants. Deze is:
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 26 - Quiz

Gewervelden






Inwendig skelet met een
wervelkolom 

Slide 27 - Diapositive

5 Klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 28 - Diapositive

Warmbloedig of koudbloedig?
  • Warmbloedig: lichaamstemperatuur is altijd even hoog
  • Koudbloedig: lichaamstemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de omgeving

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Welke zijn de warmbloedige dieren?
A
vissen en zoogdieren
B
reptielen en zoogdieren
C
vogels en reptielen
D
zoogdieren en vogels

Slide 35 - Quiz

Ademen door de huid
Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren

Slide 36 - Quiz

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 37 - Quiz