metonymie vwo-2

metonymie, een metoniem.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

metonymie, een metoniem.

Slide 1 - Diapositive

WAT WEET JE NOG VAN BEELDSPRAAK?

Slide 2 - Question ouverte

Metoniem



1   Je noemt een deel in plaats van het geheel

     Even de neuzen tellen.
2  Je noemt het geheel in plaats van een deel
     Ajax heeft eindelijk weer goed gespeeld.

Slide 3 - Diapositive

Metoniem
3    Je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp
      Hij won goud.
4   Je noemt een aardrijkskundige naam, maar je bedoelt het
      product dat daarmee verbonden is. 
     Ik eet het liefst Edammer.


Slide 4 - Diapositive

Metoniem
5   Je noemt plaats/ruimte, maar je bedoelt de mensen die daar
      zijn. De zaal gaf een enorm applaus.
6    Je noemt de producent, maar je bedoelt het product:
      een Apple
7   Je noemt de eigenschap, maar je bedoelt de persoon
     Die lange

Slide 5 - Diapositive


We gaan met de hele familie naar de zon.
Wat wordt bedoeld met 'naar de zon'

Slide 6 - Question ouverte

Antwoord
naar de zon = naar een warm land waar de zon schijnt

Slide 7 - Diapositive

Hij had al vijf glazen gehad.
Wat wordt bedoeld met vijf glazen?

Slide 8 - Question ouverte

Antwoord
glazen = drankjes (vaak alcoholische drankjes)

Slide 9 - Diapositive

De bemanning van de tanker bestaat uit 25 koppen. Wat wordt bedoeld met 'koppen'?

Slide 10 - Question ouverte

Antwoord
koppen = bemanningsleden

Slide 11 - Diapositive

Ik ben dol op Mozart.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Pars pro toto: je noemt een deel, maar je bedoelt het geheel. 

Slide 15 - Diapositive

Even een bloemetje kopen...

Slide 16 - Diapositive

De daken van de stad.....

Slide 17 - Diapositive