donderdag 15 april Schrijftoets (bouwplan op papier)
donderdag 22 april Hoofdstuktoets h2
Na de meivakantie:
Schrijftoets (betoog)
Hoofdstuktoets h3
Boekopdracht (presentatie)
Slide 4 - Diapositive
stillezen
timer
15:00
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel
Onderdeel woordenschat
Je weet dat je met een metoniem opvallende eigenschappen/kenmerken benadrukt van een persoon of een voorwerp; vaak noem je die eigenschap of dat kenmerk in plaats van de persoon of het voorwerp.
Slide 6 - Diapositive
Beeldspraak
Slide 7 - Diapositive
Even de neuzen tellen.
Slide 8 - Diapositive
Metoniem
1 Je noemt een deel in plaats van het geheel
Even de neuzen tellen. 2 Je noemt het geheel in plaats van een deel Ajax heeft eindelijk weer goed gespeeld.
Slide 9 - Diapositive
Metoniem
3 Je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp Hij won goud. 4 Je noemt een aardrijkskundige naam, maar je bedoelt het product dat daarmee verbonden is.
Ik eet het liefst Edammer.
Slide 10 - Diapositive
Metoniem
5 Je noemt plaats/ruimte, maar je bedoelt de mensen die daar zijn. De zaal gaf een enorm applaus. 6 Je noemt de producent, maar je bedoelt het product: een Apple 7 Je noemt de eigenschap, maar je bedoelt de persoon Die lange
Slide 11 - Diapositive
Onderdeel woordenschat
Bladzijde 66
Theorie
Havo
Slide 12 - Diapositive
Blz 66, opdr 1 We gaan met de hele familie naar de zon. Wat wordt bedoeld met 'naar de zon'
Slide 13 - Question ouverte
Antwoord
naar de zon = naar een warm land waar de zon schijnt
Slide 14 - Diapositive
Hij had al vijf glazen gehad. Wat wordt bedoeld met vijf glazen?
Slide 15 - Question ouverte
Antwoord
glazen = drankjes (vaak alcoholische drankjes)
Slide 16 - Diapositive
De bemanning van de tanker bestaat uit 25 koppen. Wat wordt bedoeld met 'koppen'?
Slide 17 - Question ouverte
Antwoord
koppen = bemanningsleden
Slide 18 - Diapositive
Nieuw Nederlands
Je gaat deze opdrachten via de modules maken.
H2 Woordenschat theorie
H2 Woordenschat deel 1
H2 Woordenschat deel 1 - vwo
Tip: gebruik de woordenlijst (zie mail vorige week)
Ben je klaar? Goed gedaan!
Wat ga je doen als je klaar bent?
Stillezen
Woorden lezen
timer
35:00
Slide 19 - Diapositive
Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?
Slide 20 - Diapositive
Wat gaan we de volgende les doen?
Woordenschat
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Nakijken
Slide 23 - Diapositive
https:
Slide 24 - Lien
Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend.
Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.