4 VWO Zouten deel 2 BER 2021

Lesdoel = herhalen
  • Het herkennen van zouten
  • Opstellen van de verhoudingsformule van een zout aan de hand van de naam
  • Geven van de naam van een zout door het zien van de verhoudingsformule
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel = herhalen
  • Het herkennen van zouten
  • Opstellen van de verhoudingsformule van een zout aan de hand van de naam
  • Geven van de naam van een zout door het zien van de verhoudingsformule

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Zouten
  • Zouten zijn opgebouwd uit ionen
  • Ionen zijn deeltjes met een lading
  • Net zoveel positieve lading als negatieve lading, een zout is elektrisch neutraal; een zout heeft geen lading

Slide 3 - Diapositive

Ionbinding
  • Binding tussen ionen
  • Sterk (hoog smeltpunt)
  • Bros (binding kan breken)

Slide 4 - Diapositive

Een ionbinding is sterk, maar bros

Slide 5 - Diapositive

Bros, want ...

Slide 6 - Diapositive

Ionsoorten
  • Er zijn veel verschillende ionen
  • Enkelvoudige ionen, bestaan uit één atoomsoort
  • Samengestelde ionen, bestaan uit twee of meer atoomsoorten: bijv. ammonium-ion NH4+

  • tabel 1 blz 133 (leer deze uit je hoofd!), of tabel 66B

Slide 7 - Diapositive

Meerdere ladingen
Sommige metaalionen komen voor met verschillende ladingen:
  • Cu+ of Cu2+ 
In de formule kun je de waarde afleiden, het zout is immers ongeladen => Romeinse cijfers achter het metaalion
koper(I) = Cu
koper(II) = Cu2+

Slide 8 - Diapositive

Hoe stel je de verhoudingsformule op van  magnesiumnitraat?

Slide 9 - Diapositive

Geef de verhoudingsformule van calciumchloride en van ijzer(II)fosfaat

Slide 10 - Question ouverte

Stel de verhoudingsformule op van
A. aluminiumbromide
B. kaliumoxide
C. bariumnitriet
D. ijzer(III)sulfaat

Slide 11 - Question ouverte

Naamgeving
Positieve ion eerst en dan het negatieve ion
Enkelvoudige ionen krijgen uitgang -ide:  -oxide, -chloride
Als de lading van het metaalion kan veranderen, dan de Romeinse cijfers achter het dit metaalion: 
ijzer(II)chloride = FeCl2

Slide 12 - Diapositive

Geef de juiste namen van
A.

B.
Fe(NO2)2
CuBr

Slide 13 - Question ouverte

Lesdoel bereikt?
  • Opstellen van de verhoudingsformule van een zout aan de hand van de naam
  • Geven van de naam van een zout door het zien van de verhoudingsformule

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel 1: zout herkennen;
Lesdoel 2: verhoudingsformule opstellen als de naam is gegeven;
Lesdoel 3: naam geven als de verhoudingsformule is gegeven
A
Nee, ik begrijp hier helemaal niets van
B
Gedeeltelijk, één van de drie lesdoelen is bij mij gelukt
C
Redelijk, ik denk dat twee mij nu lukken en ik denk het te begrijpen
D
ja, ik begrijp alles, nu nog even oefenen om het echt goed te kunnen

Slide 15 - Quiz

Huiswerk voor maandag
  • Leren tabel 1, blz 133
  • Leren tm H4.1 (dus ook H1 tm 3)
  • Maken 1 tm 7 online  (en zorg dat heel H3 afgerond is)

Slide 16 - Diapositive