Lesson 6.1 22 mrt

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welcome h3p!

1. Put your phone in the phonebag

2. Take your book and notebook out

3. Put your pencil case on your table. 

Today

• Hand in your book 

• Write down synonyms (idoomtoets)

• Work on homework exercises

• Explain grammar: men / er zinnen

Synonyms

Synonyms

Synonyms

Please take

your notebook in

front of you

Men / er zinnen

Men versloeg de tegenstanders met 1-0.

In het Engels vertaal je men niet! Je gebruikt juist het lijdend voorwerp
als onderwerp van je zin (passive)

De tegenstanders werden verslagen met 1-0.

The opponents were beaten 1-0.

Men heeft de honden vaak gebruikt voor de jacht.

De honden zijn vaak gebruikt voor de jacht.

The dogs have often been used for hunting.

Men / er zinnen

Men gaf haar de titel 'koningin'.

Heeft de men-zin naast een lijdend voorwerp ook nog een meewerkend voorwerp? Dan zijn er twee zinnen mogelijk:

De titel koningin werd haar gegeven.

The titel Queen was given to her.

Men gaf haar de titel 'koningin'.

Haar werd de titel koningin gegeven.

She was given the title Queen.

Men / er zinnen

Men beweerde dat dit niet zou gebeuren.

Let op!

It was said that this wouldn't happen.

Je mag 'men' met 'it' vertalen als:

• Een zin bestaat uit twee delen die verbonden worden door 'dat'
• In het eerste deel van de zin geen lijdend voorwerp staat

Men vermoedt dat de moordenaar voortvluchtig is.

It is presumed that the killer is on the run.

Men / er zinnen

Er is een ongeluk gebeurd. (bedrijvende zin)

Ook vertaal je in het Engels er niet! Je gebruikt het lijdend voorwerp

als onderwerp van je zin (passive)

Een ongeluk is gebeurd.

An accident has happened.

Er werd een bom gevonden in de trein. (lijdende zin)

Een bom werd gevonden in de trein.

A bomb was found on the train.

Men / er zinnen

In zo'n geval is het enige werkwoord in de zin een vorm van 'to be'

Let op!

Een enkele keer heeft 'er' wel een vertaling (=daar / op die plek).

Er is geen water.

There is no water.

Er waren veel mensen.

There were many people.

Men / er zinnen

Nederlands

word(t)/worden + voltooid deelwoord

werd/werden + voltooid deelwoord

zal/zullen worden + voltooid deelwoord

vorm van 'zijn' + voltooid deelwoord

Engels (passive)

am/are/is + voltooid deelwoord

was/were + voltooid deelwoord

will be + voltooid deelwoord

has/have + been + voltooid deelw.

Do the exercises

Work on exercises

Finished?

-  Study idioom hfst 15 (Quizlet)

Do: Exercise 1AB & 2 (GB page 66)

Do: Exercise 3, 4, 5, 11, 12, 13 (WB page 51-58)