Vermijd taalfouten: Pleonasme, Tautologie en Contaminatie

Vermijd taalfouten: Pleonasme, Tautologie en Contaminatie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vermijd taalfouten: Pleonasme, Tautologie en Contaminatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat pleonasme, tautologie en contaminatie zijn en hoe je deze taalfouten kunt vermijden.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les: wat zullen de studenten aan het einde van de les leren?
Wat weet je al over taalfouten?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme
Pleonasme is een taalfout waarbij je een eigenschap of kwaliteit herhaalt. Bijvoorbeeld: 'De natte regen' of 'de ronde cirkel'.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat pleonasme is en geef voorbeelden.
Verbetersleutel Pleonasme
Verbetering: 'De regen' of 'de cirkel'.

Slide 5 - Diapositive

Laat zien hoe je pleonasme kunt verbeteren.
Tautologie
Tautologie is een taalfout waarbij je hetzelfde twee keer zegt, maar dan met andere woorden. Bijvoorbeeld: 'gratis en voor niets' of 'samen en gezamenlijk'.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat tautologie is en geef voorbeelden.
Verbetersleutel Tautologie
Verbetering: 'gratis' of 'samen'.

Slide 7 - Diapositive

Laat zien hoe je tautologie kunt verbeteren.
Contaminatie
Contaminatie is een taalfout waarbij je twee uitdrukkingen door elkaar haalt. Bijvoorbeeld: 'Dat slaat als een tang op de spijker' in plaats van 'Dat slaat als een tang op een varken'.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat contaminatie is en geef voorbeelden.
Verbetersleutel Contaminatie
Verbetering: 'Dat slaat als een tang op een varken'.

Slide 9 - Diapositive

Laat zien hoe je contaminatie kunt verbeteren.
Oefening Pleonasme
Welke woorden in de volgende zinnen zijn een pleonasme? 'De grote reus', 'de witte sneeuw', 'het ronde wiel'.

Slide 10 - Diapositive

Geef de studenten oefeningen om pleonasme te herkennen.
Antwoorden Oefening Pleonasme
'De reus', 'de sneeuw', 'het wiel'.

Slide 11 - Diapositive

Laat de antwoorden van de oefening zien.
Oefening Tautologie
Welke woorden in de volgende zinnen zijn een tautologie? 'Samen en gezamenlijk', 'gratis en voor niets', 'overbodige ballast'.

Slide 12 - Diapositive

Geef de studenten oefeningen om tautologie te herkennen.
Antwoorden Oefening Tautologie
'Samen', 'gratis', 'overbodige'.

Slide 13 - Diapositive

Laat de antwoorden van de oefening zien.
Oefening Contaminatie
Welke zinnen bevatten een contaminatie? 'Dat slaat als een tang op de spijker', 'hij ging als een speer tekeer', 'dat is een ander paar mouwen'.

Slide 14 - Diapositive

Geef de studenten oefeningen om contaminatie te herkennen.
Antwoorden Oefening Contaminatie
'Dat slaat als een tang op de spijker', 'hij ging als een speer', 'dat is een ander paar mouwen'.

Slide 15 - Diapositive

Laat de antwoorden van de oefening zien.
Gebruik in de praktijk
Waarom is het belangrijk om pleonasme, tautologie en contaminatie te vermijden in bijvoorbeeld zakelijke teksten?

Slide 16 - Diapositive

Leg uit waarom het belangrijk is om deze taalfouten te vermijden.
Opfrissen
Wat zijn pleonasme, tautologie en contaminatie?

Slide 17 - Diapositive

Laat de studenten kort uitleggen wat de verschillende taalfouten zijn.
Verbeteren
Verbeter de volgende zinnen: 'De nieuwe innovatie', 'hij ging tekeer als een beest', 'dat is een ander paar mouwen'.

Slide 18 - Diapositive

Laat de studenten zelfstandig of in groepjes de zinnen verbeteren.
Antwoorden Verbeteren
'De innovatie', 'hij ging tekeer', 'dat is andere koek'.

Slide 19 - Diapositive

Laat de antwoorden van de oefening zien.
Toepassen
Schrijf zelf een korte tekst zonder pleonasme, tautologie of contaminatie.

Slide 20 - Diapositive

Geef de studenten de opdracht om zelf een korte tekst te schrijven waarin ze deze taalfouten vermijden.
Feedback
Geef elkaar feedback op de geschreven teksten en let hierbij op pleonasme, tautologie en contaminatie.

Slide 21 - Diapositive

Laat de studenten in groepjes elkaars teksten beoordelen.
Samenvatting
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Diapositive

Vraag de studenten om kort samen te vatten wat ze vandaag hebben geleerd.
Einde
Bedankt voor het volgen van deze les!

Slide 23 - Diapositive

Sluit de les af en bedank de studenten voor hun aandacht.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.