SOVD les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Planning

• Boek
• Terugblik (bespreken van opdrachten W1)
•  H5.2 Cultuur en religie
• Opdracht
• Afsluiten

Wat is een ander woord voor "diversiteit"?

1. Anders
2. Verschillend
3. Veranderen

In het woord diversiteit zit het woord 'divers'. divers betekent verschillend. 

Waarom is het belangrijk dat een pedagogisch medewerker rekening houdt met diversiteit in een groep?

Kinderen kunnen verschillend zijn op verschillende gebieden. Schrijf minimaal 4 verschillen op.

Wat is het verschil tussen waarden en normen?

1. Norm: Ideeën over wat goed en minder goed gedrag is Waarde: regels die voortkomen uit een norm
2. Norm: regels die voortkomen uit een een waarde Waarde: Ideeën over wat goed en minder goed gedrag is

Schrijf 3 waarden op die belangrijk zijn voor de kinderopvang en die jij mee wil geven aan de kinderen en schrijf 3 normen op die uit deze waarden voortvloeien.

Lees werken in de praktijk ‘Discussie in het team’ op blz. 175.
Schrijf op hoe jij deze situatie beter kunt oplossen dan dat Samira van plan is.

Referentiekader wat is dat?

Tijdens de vorige les heb je H5.1 gelezen. Hierin staat iets over visies op diversiteit. Noteer 1 visie die men kan hebben op diversiteit. Leg ook uit wat het inclusiemodel hiermee te maken heeft. Je mag hierbij het boek gebruiken.

1. alle kinderen verdienen een gelijke behandeling

2. Kinderen met speciale behoeftes worden ondersteund.

3. Kinderen moeten leren omgaan met verschillen

4. Kinderen hebben het recht om zichzelf te zijn.

H 5.2 Cultuur en religie

Religie: godsdienst -> Wanneer iemand zich houdt aan regels van een geloof of stroming: Christendom, Islam, Boeddhisme, Hindoeisme, Jodendom

Cultuur: Manier waarop we met elkaar omgaan. Gewoontes en gebruiken die ontstaan zijn in een groep mensen. Speelgoed en boeken op kinderopvang op aanpassen

Cultuur en religie kunnen sterk met elkaar verbonden zijn: Hoofddoek + Islam

Pas vanaf 6 jaar zijn kinderen bewust van verschillen tussen mensen.

• Zichtbare verschillen
• Onzichtbare verschillen

Christendom

• Grootste godsdienst
• Heilige boek: Bijbel
• Jezus
  
• 1 God die uit 3 personen bestaat: God (de Vader), Jezus (de Zoon) en de Heilige Geest.
  
  
• God heeft aarde en hemel geschapen
• Verschillende stromingen
• Belangrijke dagen: Kerstmis, Palmzondag, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren
• Zondag is een rustdag
• Doop, communie, heilige vormsel

Islam

• Letterlijk 'Onderwerping aan God'
• Heilige boek: Koran
• Hadj - Pelgrimstocht naar Mekka
• Belangrijke dagen: Suikerfeest, offerfeest
• Ramadan: 'vasten' van zonsopgang en tot zonsondergang niet eten/drinken
• Halal eten: in naam van Allah geslacht

Jodendom

• Oudste religieuze traditie die vandaag de dag nog wordt beoefend. 
• Volk woont voornamelijk in Midden-Oosten.
• Geloven in God ook wel "JHWH" (Jahwe) maar mag je niet zo uitspreken, je zegt Elohim/Adonai
• Heilig boek: Thora (oude testament van de Bijbel)
• Gebedshuis: Synagoge
• Rustdag: Zaterdag (Sjabbat)
• Feestdagen: Pesach (lentefeest), Chanoeka (lichtfeest), Rosj Hasjana (nieuwjaar), Jom Kippoer (vergingsdag)
• Kosjer: bereiding van eten (melk en vlees moet gescheiden worden gehouden tijdens bereiding en eten)

Opdracht

Lees: blz. 182 - 184 (t/m vooroordelen)

Maak: Opdrachten week 2

Opdrachten worden de volgende x klassikaal besproken.

Fijne voorjaarsvakantie!