Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
- stil lezen
- nabespreking spelling toets
- tekstbegrip
Slide 2 - Diapositive
Stil lezen
15 minuten
Slide 3 - Diapositive
Spelling toets
- over het algemeen goed gemaakt
Slide 4 - Diapositive
werkwoordspelling
Ik heb geen idee wat is er ______________ (gebeuren)
Wat _____________ jij lekkerder? (vinden, tt)
Vorig jaar __________________ sommige leerlingen andere leerlingen (beïnvloeden, vt)
Slide 5 - Diapositive
verandert/ veranderd
Verandert = stam + t (pvtt)
Veranderd = voltooid deelwoord (dus moet met een hulpwerkwoord!)
Slide 6 - Diapositive
beide/beiden
Sommige/sommigen leerlingen hebben veel moeite met spelling. Andere/anderen vinden het helemaal niet moeilijk. Voor de meeste/meesten leerlingen helpt het om veel te lezen, maar voor enkele/enkelen heeft ook dat weinig meerwaarde.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Toets bekijken
- tel de punten na
- kijk wat je fout hebt gedaan
- stel vragen
Slide 9 - Diapositive
Tekstbegrip
Het onderwerp
De hoofdgedachte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Moeilijke woorden
Woordraadstrategieën
Slide 13 - Diapositive
De zeven woordraadstrategieën
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Vandaag
Stil lezen
Leesopdracht - tekstbegrip
Slide 16 - Diapositive
Gebruik woordraadstrategieën
Noteer de betekenis van het onderstreepte woord in elke zin.
1. Iedereen moet een steentje bijdragen voor het kerstfeest.
2. Hij garandeert dat hij morgenochtend op tijd zal zijn.
3. De bezorgers zullen de kast bij levering ook direct monteren.
timer
1:00
Slide 17 - Diapositive
antwoorden
1. een steentje bijdragen = meehelpen
2. garanderen = beloven dat iets zeker of goed is
3. monteren = in elkaar zetten
Slide 18 - Diapositive
Tekstbegrip
In de Classroom staat een tekst met vragen.
Lees de tekst en bedenk: wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 19 - Diapositive
Classroom
- Lees de tekst
- Bepaal het onderwerp
- Bepaal de hoofdgedachte
- Geef de betekenissen van de onderstreepte woorden
De opdracht moet deze les af! - Lever in op Classroom.