Hoofdstuk 3 Criminaliteit

Veilig werken in de retail
Hoofdstuk 3 Criminaliteit
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Veilig werken in de retail
Hoofdstuk 3 Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

H2 Criminaliteit en derving
Par. 2.1   Derving
Par. 2.2   Diefstal door klanten
Par. 2.3   Diefstal door medewerkers
Par. 2.4   Diefstal door anderen
Par. 2.5   Een overval
Par. 2.6   Agressie en vernieling
Par. 2.7   Andere vormen van criminaliteit

Slide 2 - Diapositive

Heb je wel is te maken gehad met Criminaliteit in de winkel?

Slide 3 - Carte mentale

DERVING
WAARDEVERMINDERING VAN JE VOORRAAD 

PRODUCTEN KUN JE NIET MEER VERKOPEN OMDAT ZE GESTOLEN, BESCHADIGD, VERNIELD , ZOEKGERAAKT OF OVER DE DATUM ZIJN 

Slide 4 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van derving?
A
Artikelen die zijn uitverkocht
B
Artikelen die worden teruggevonden
C
Artikelen die er zouden moeten zijn, blijken er niet te zijn
D
Artikelen die verkocht zouden worden, zijn niet geleverd

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Vraag
Noem een oorzaak van niet-criminele derving 
bij goederenontvangst

Let op: je moet oorzaken van criminele en 
niet-criminele derving kennen

Slide 7 - Diapositive

Antwoord
  • Goederenontvangst: artikelen raken beschadigd
  • Goederenopslag: breuk, beschadiging, verkeerd tellen,
      artikelen beperkte houdbaarheid over datum

Slide 8 - Diapositive

Gevolgen criminele en niet-criminele derving
Voor de ondernemer: 
  • maakt minder winst
Voor de klant
  • nee-verkoop doordat een artikel toch niet meer op voorraad blijkt te zijn --> klant ontevreden
  • kosten door winkeldiefstal wordt doorberekend in de prijzen --> klant moet dus meer betalen
Voor het personeel:
  • met name criminele derving grote gevolgen (zoals een trauma door een overval = emotionele schade)

Slide 9 - Diapositive

Maatregelen bij constateren derving
Voorbeelden:
  • Beschadiging aan artikelen melden
  • Defecte artikelen terugsturen naar de fabrikant
  • Voedsel op de houdbaarheidsdatum afprijzen zodat klanten het nog
      kunnen kopen

Slide 10 - Diapositive

Dervingpreventieplan
Hierin staan de maatregelen die een winkel neemt om derving te voorkomen.

Bijvoorbeeld:
  • dat jij als verkoper klanten moet begroeten om daarmee derving te voorkomen
  • of dat er elke dag op houdbaarheid van producten gecontroleerd moet worden

Slide 11 - Diapositive

Vormen van criminaliteit in de retail
  • Diefstal door klanten
  • Diefstal door medewerkers
  • Diefstal door anderen (vertegenwoordigers, chauffeurs, onderhoudsmensen)
  • Overval
  • Zakkenrollen
  • Skimming
  • Cybercrime

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de vier belangrijkste middelen om winkeldiefstal zoveel mogelijk te beperken?
A
Kijken, groeten, camera's ophangen, winkelinrichting
B
Kijken, groeten, camera's en kassabeveiliging
C
Kijken, groeten, beveiliging van producten en winkelinrichting
D
Kijken, groeten, beveiliging van producten en kassabeveiliging

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke richtlijnen moet je volgen als je iemand aanhoudt voor winkeldiefstal?


A
Kalm blijven en de politie bellen
B
Gestolen producten terugpakken
C
De verdachte meteen staande houden

Slide 18 - Quiz

Aanhouden bij diefstal 
  • blijf kalm 
  • schakel de hulp in van een collega
  • spreek de verdachte beleefd toe
  • zeg: " ik houd u aan op verdenking van diefstal"
  • neem de verdachte mee naar een ruimte
  • laat de verdachte nooit alleen
  • neem geen producten in beslag
  • bel politie 
  • voorkom geweld 

Slide 19 - Diapositive

Maatregelen om te voorkomen dat personeel steelt 

  • duidelijke regels voor het kopen  van producten in de winkel
  • regels over visitatie 
  • personeel nooit laten afreken met familie of bekende
  • korting voor medewerker laten goedkeuren door
     leidinggevende

Slide 20 - Diapositive

Visitatie bij personeel

Het controleren van  tassen en jassen van het personeel bij vertrek

Slide 21 - Diapositive

Visitatie bij klanten 
Het controleren van tassen
en jassen

Dit mag alleen als dit in de
huisregels staat en deze
bekend zijn gemaakt aan de
klant

Slide 22 - Diapositive

Fouilleren
Mag alleen door de politie

Slide 23 - Diapositive

Diefstal door anderen 
  • chauffeurs
  • monteurs 
  • schoonmakers
  • glazenwasser
  • vertegenwoordiger

Slide 24 - Diapositive

Wat is een veelpleger?
A
Iemand die vaak steelt, maar nooit gepakt wordt
B
Iemand tegen wie meer dan vijf keer proces-verbaal is opgemaakt
C
Iemand tegen wie meer dan tien keer proces-verbaal is opgemaakt

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Handelen na een overval 
  • observeer welke richting de overvallers op vluchten
  • bel 112
  • sluit winkelpand direct
  • stel klanten gerust en laat ze wachten totdat de politie er is
  • raak niets aan
  • wacht op de politie 
  • geef alle informatie door aan de politie 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Als er schade is aan personen dan noem je dat...
A
materiële schade
B
immateriële schade

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Skimmen is...
A
het verstoppen van producten in kleding
B
een ander woord voor zakkenrollen
C
het kopiëren van een bankpas
D
het observeren van een winkel met als doel een overval te plegen

Slide 34 - Quiz

Cybercrime
Criminaliteit met ict-middelen:
  • Phishing
  • Identiteitsfraude 
  • Hacken
  • Malafide webshop

Slide 35 - Diapositive