Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Kim heeft € 100.000 aan constante kosten per jaar. Zij maakt 50.000 producten. Wat zijn haar constante kosten per product?
Slide 3 - Question ouverte
Marko heeft € 40.000 aan variabele kosten. Hij heeft 20.000 producten gemaakt. Wat zijn de variabele kosten per product?
Slide 4 - Question ouverte
Megan heeft €4,- aan variabele kosten pp. en € 2,- aan constante kosten pp. Wat is haar integrale kostprijs?
A
€ 4
B
€ 2
C
€ 6
D
€ 10
Slide 5 - Quiz
De kosten voor het verzenden van de verkochten producten valt onder:
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 6 - Quiz
Huurkosten vallen onder?
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 7 - Quiz
Inkoopkosten vallen onder?
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 8 - Quiz
Loonkosten van vast personeel vallen onder?
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 9 - Quiz
Marijn heeft € 100,- aan constante kosten en € 5,- aan variabele kosten per product. Hij heeft 200 producten gemaakt. Wat zijn de totale kosten van Marijn?
A
€ 105,-
B
€ 1000,-
C
€ 5,50
D
€ 1100,-
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Bij een productie van 15.000 stuks zijn de totale kosten € 48.000. Bij een productie van 10.000 stuks zijn de totale kosten € 38.000. De normale productie is 12.000 stuks; de begrote productie is 13.000 stuks. Bereken de kostprijs
A
€ 3,20
B
€ 3,50
C
€ 3,40
D
€ 3,80
Slide 17 - Quiz
Een biologische boer heeft een normale productie van 500.000 liter biologische melk per jaar. Het afgelopen jaar produceerde de boer werkelijk 480.000 liter melk, dat verkocht werd aan de regionale supermarkten. De totale constante kosten bedroegen € 145.000,- en de totale variabele kosten waren € 100.800,-. Bereken in integrale kostprijs.
A
€ 0,70
B
€ 0,90
C
€ 0,50
D
€ 0,40
Slide 18 - Quiz
Uitwerking
145.000 : 600.000 + 100.800 : 480.000 = €0,50
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Een biologische boer heeft een normale productie van 500.000 liter biologische melk per jaar. Het afgelopen jaar produceerde de boer werkelijk 480.000 liter melk, dat verkocht werd aan de regionale supermarkten. De totale constante kosten bedroegen € 145.000,- en de totale variabele kosten waren € 100.800,-. De winstopslag is 20% Bereken de verkoopprijs.