12. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Am Ende dieser Stunden

- kun je verbeterpunten voor de schrijftoets aangeven

- weet je wanneer je het beste een woordenboek kunt gebruiken

- weet je hoe je een leestekst met opdrachten aan moet pakken

Wie?

-  einen Text mit Aufgaben machen

-  bitte einloggen in Lessonup

Schrijftoets

Goed gemaakt: geen enkele onvoldoende!

Topklasje

(Hisham morgen inhalen)

Beoordelingsformulier

Tussen 35 - 60 woorden: geen beoorodeling in het groen (dus max 4 punten voor elk onderdeel te behalen)

Opdracht: heb je aan alle punten voldaan

Boodschap: gebruik Nederlandse of buitenlandse woorden

Woordenschat: juist gebruik van Duitse woorden

Spelling: 

Grammatica werkwoorden

Grammatica bezittelijke voornaamwoorden

Zinsbouw

Opvallende zaken

- Opdracht: meeste goed gelezen en aan alle punten voldaan

- veel spelfouten

- Ich gehe in die achte Klasse / Ich gehe in die KSG

- afsluitende zin: Ich hoffe (Hoffnung is van de hoop), dass du mir schnell zurückschreibst

- Groet: Viele/Liebe Grüße, mit freundlichen Grüßen

(Gruß is niet goed)

Info in Lessonup

Les over leesstrategieën en het verstandig gebruiken van een woordenboek

Hausaufgaben 

Jede Stunde Lernliste D-N zu zwei Kapiteln lernen.

Für heute:

Lernliste D-N zu Kapitel 3 und 4

Für morgen:

Lernliste D-N zu Kapitel 5 und 6

Tipp

Maak de teksten in je boek of online in de methode:

Hoofdstuk 2 t/m 5 de delen D en H.

Hele goede oefening!

Aufgabe

1. bekijk het plaatje bij de tekst
2. lees de titel en de inleiding
3. Beantwoord de vraag
4. Welke strategie heb je gebruikt?

Aufgabe: Video ansehen und Tipps notieren

Seh dir das Video an (1,5 Minute) und notiere mindestens drei Tipps wie du das Wörterbuch am Besten benutzen kannst.

Je gaat dadelijk een tekst lezen en opdrachten maken. Hoe ga je dat aanpakken?

Aufgabe

Was? Lies den Text und mache die Aufgaben

Wie? alleine und ganz still

Hilfsmittel: Wörterbuch, aber nur wenn notwendig

Aufgabe: evaluatie

- Welke strategieën heb je ingezet om de tekst te begrijpen en de vragen te kunnen beantwoorden?

SIGNAALWOORDEN

Dat zijn woorden die zeggen dat er wat gaat gebeuren!

6. also

1. dus
2. want
3. daarom
4. of

7. heute

1. nu
2. vandaag
3. vroeger
4. later

9. aber

8. zum Beispiel

10. weil

Tot zover de signaalwoorden.

Nu verder met de werkwoorden.

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.

1. ist
2. sein
3. sind

12. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.

1. gilt
2. gilten
3. gelten

15. Er macht die Menschen neugierig.

Dat was de infinitief.

Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Om woorden snel te kunnen opzoeken, is het belangrijk dat je weet hoe het alfabet werkt bij het opzoeken van woorden

Setze diese Wörter in der richtigen Reihenfolge:

Freispruch

freundlich

Frechheit

Fressen / fressen

freisprechen

freuen

das Wörterbuch

Frechheit

freisprechen

Freispruch

Fressen / fressen

freuen

freundlich

Zoek in het woordenboek naar deze woorden, hoeveel en welke betekenissen hebben ze in het NL:

Bank

machen

backen

wandern

dagegen

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.

Kies de vertaling die het beste in de context past.

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

De belangrijkste strategie vooraf:

Neem je eigen woordenboek D-N mee bij de leestoets!