Het menselijk lichaam 4.1 - Het ademhalingsstelsel (workshop)

Het menselijk lichaam 4.1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Het menselijk lichaam 4.1

Slide 1 - Diapositive

Wat staat er vandaag op het programma?

Slide 2 - Diapositive

Hoe zit je erbij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Wat weet je al over hoe het ademhalingsstelsel?

Slide 4 - Carte mentale

Het ademhalingsstelsel - workshop

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we leren?
Aan het eind van deze workshop:
  • kun je uitleggen hoe in- en uitademing tot stand komen.
  • weet je wat de delen van het ademhalingsstelsel zijn en kun je hun kenmerken en functies noemen.
  • kun je de verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht noemen. 
  • weet je hoe gaswisseling in de longen plaatsvindt.

Slide 6 - Diapositive

Ademhaling

Slide 7 - Diapositive

Onderdelen ademhalingsstelsel

Slide 8 - Diapositive

Gaswisseling

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je (als het goed is) geleerd?
Aan het eind van deze workshop:
  • kun je uitleggen hoe in- en uitademing tot stand komen.
  • weet je wat de delen van het ademhalingsstelsel zijn en kun je hun kenmerken en functies noemen.
  • kun je de verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht noemen.
  • weet je hoe gaswisseling in de longen plaatsvindt.

Slide 10 - Diapositive

Als je het hebt over de leerdoelen van de slide hierboven: Hoeveel denk je dat je er nu kent/kunt?
04

Slide 11 - Sondage

Exit-vraag week 4 - les 1
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de haarvaten van de darm en je moet naar de kransslagader. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 12 - Diapositive

timer
1:00
Stilte. shhht!
Fluisterniveau
MC-niveau
Werksfeer

Slide 13 - Diapositive

Exit-vraag week 4 - les 1
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de haarvaten van de darm en je moet naar de kransslagader. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 14 - Diapositive