week 20: les 2

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
fMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
- bijvoeglijk naamwoord
- samen oef. 30
- Quizlet woorden/zinnen flitsen


Les devoirs: Leren woorden hfd 5, maken oef. 31 + 32




Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.

Vorm: past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort!

Slide 3 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. >> mannelijk enkelvoud
Une série intéressante. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films intéressants. >> mannelijk meervoud
Deux séries intéressantes. >> vrouwelijk meervoud

  • In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uitzonderingen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het vrouwelijk:
beau - belle - beaux - belles
nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles
vieux - vieille - vieux - vieilles


Slide 6 - Diapositive

Uitzonderingen
Let op woorden die van zichzelf al eindigen op -e of -s:

rouge - rouges (1 vorm voor enkelvoud en 1 vorm voor meervoud, geen verschil mannelijk - vrouwelijk)

gris - grise - gris - grises (zelfde vorm mannelijk enkelvoud en meervoud)


Slide 7 - Diapositive

Stappenplan:
1.  Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2.  Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm

Slide 8 - Diapositive

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).

Slide 9 - Question ouverte

Maak de zin goed af:
C'est une question ___ (difficile).

Slide 10 - Question ouverte

Maak de zin goed af:
J'adore ta robe ___ (vert).

Slide 11 - Question ouverte

Maak de zin goed af:
Ce sont deux garçons ___ (français)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Lien