WRE 1TC - Werkwoordspelling - §10 Voltooid en onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Welkom 1TC!

Cursus 7 - Werkwoordspelling

PLANNING

• Dagopening
• Lesdoelen
• Herhalingsvragen
  
• Werkblad nakijken
• Uitleg: voltooid en onvoltooid deelwoord
• Zelfstandig werken
• Afsluiten

Begin van de lente!

Wat kenmerkt de lente? 

• Je kunt de persoonsvorm van sterke en zwakke werkwoorden in de v.t. spellen.
• Je weet het verschil tussen voltooide en onvoltooide deelwoorden
• Je kunt voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen

Lesdoelen

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Welk werkwoorden zijn sterke werkwoorden?

1. Slapen
2. Krijgen
3. Werken
4. Lachen

Welk werkwoord is een zwak werkwoord?

1. Gaan
2. Drinken
3. Horen
4. Zien

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op …

1. -d
2. -en
3. -t

Mieke had haar beste vriendin een ijsje […] (beloven).

1. belooft
2. beloofd
3. beloven
4. beloofde

Vorige week vrijdag heeft de gymleraar ons weer eens […] (matsen).

1. gematst
2. gematsd
3. gematsen
4. gematsde

De aardappelen worden na het avondeten […] (rooien).

1. gerooit
2. gerooide
3. gerooidt
4. gerooid

Gemeenste Westervoort heeft oordopjes aan alle jongeren, die hun zestiende verjaardag vieren, verstrekt. Eerder werden in Groenlo en Lichtenvoorde tijdens de kermissen oordopjes voor 4,50 euro aangebode. Maar ze werden amper verkocht.
Welk werkwoord is fout gespeld?

‘We hebben twee jaar achter elkaar aandacht besteedt aan gehoorschadepreventie, maar de effecten op bewustwording bij zowel jongeren als ouderen was beperkt’, constateerde de wethouder. Maar daar begint het wel bij, bij die bewustwording.
Welk werkwoord is fout gespeld?

Voor een evenement als de Zwarte Cross zijn er afspraken in een overeenkomst vastgelegt met betrekking tot geluidslimieten, geluidsmeting en gehoorbescherming. Maar die overeenkomst geldt niet voor kleinere evenementen of het bezoeken van een disco.
Welk werkwoord is fout gespeld?

Huiswerk nakijken

Pak het werkblad voor.

Noteer voor jezelf de goede antwoorden en kijk jezelf na.

Werkwoordspelling Cursus  7

Nieuw Nederlands - §10

Voltooide en onvoltooide deelwoorden

§10 - Bladzijde 258-259

Voltooid / onvoltooid deelwoord

Julia heeft gekampeerd.

Hij reist zeilend de wereld over.

Hij is naar Frankrijk gevlogen.

Vrolijk lachend fietste mijn oma naar huis.

Voltooid deelwoord

Julia heeft gekampeerd

stam = kampe(e)r

r = niet in het sexy fokschaap

verleden en voltooide tijd = d

gekampeerd 

De handeling is klaar, Julia is nu niet meer op de camping

Onvoltooid deelwoord

Hij reist zeilend de wereld over.

infinitief (hele werkwoord) + d

hele ww = zeilen

+ d = zeilend

De handeling is nog niet klaar, hij is nog aan het zeilen.

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid deelwoord > de handeling is klaar

Onvoltooid deelwoord > De handeling is nog niet klaar

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid deelwoord > de handeling is klaar

  Ik was gisteren uren verdwaald.

    Zij hadden hun huiswerk al gemaakt.

Onvoltooid deelwoord > De handeling is nog niet klaar

Lachend liepen de meisjes door de school.

Ik ga fietsend naar school.

ZELFSTANDIG WERKEN

Wat :	Maak opdracht 1, 2 en 4 Bladzijde 258-259
Hoe :	In je boek/schrift. Je mag fluisterend overleggen.
Hulp :	Theorie op blz. 258
Tijd :	Tot het einde van deze les.
Klaar :	Oefen in de online methode met de trainer. Cursus Spelling Werkwoorden.