voltooid en onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling 

Voltooide en onvoltooide deelwoorden

Voltooid / onvoltooid deelwoord?

Julia heeft gekampeerd.

Hij reist zeilend de wereld over.

Hij is naar Frankrijk gevlogen.

Vrolijk lachend fietste mijn oma naar huis.

Voltooid deelwoord

Julia heeft gekampeerd

stam = kampe(e)r

r = niet in het sexy fokschaap

verleden en voltooide tijd = d

gekampeerd 

De handeling is klaar, Julia is nu niet meer op de camping

Onvoltooid deelwoord

Hij reist zeilend de wereld over.

infinitief (hele werkwoord) + d

hele ww = zeilen

+ d = zeilend

De handeling is nog niet klaar, hij is nog aan het zeilen.

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid deelwoord > de handeling is klaar

Onvoltooid deelwoord > De handeling is nog niet klaar

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid deelwoord > de handeling is klaar + een hulpwerkwoord

  Ik was gisteren uren verdwaald.

    Zij hadden hun huiswerk al gemaakt.

Onvoltooid deelwoord > De handeling is nog niet klaar

Lachend liepen de meisjes door de school.

Mieke had haar beste vriendin een ijsje […] (beloven).

1. belooft
2. beloofd
3. beloven
4. beloofde

Vorige week vrijdag heeft de gymleraar ons weer eens […] (matsen).

1. gematst
2. gematsd
3. gematsen
4. gematsde

De aardappelen worden na het avondeten […] (rooien).

1. gerooit
2. gerooide
3. gerooidt
4. gerooid

De leerlingen liepen al […] (praten) het klaslokaal in (onvoltooid deelwoord).

1. pratent
2. praten
3. gepraat
4. pratend

[…] (Peinzen) keek de vrouw uit over de oceaan (onvoltooid deelwoord).

1. Peinzend
2. Gepeinsd
3. Peinzende
4. Peinzent

Onze lerares Frans gaat […] (zingen) door het leven (onvoltooid deelwoord).

1. gezongen
2. zingent
3. zingend
4. zongen

Gelukkig wordt Nederland bestuurd door eerlijke politici.
bestuurd =

1. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
2. vd (voltooid deelwoord)
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
4. od (onvoltooid deelwoord)

Elke eerste vrijdag van de maand vertelt de docent Nederlands een spannend verhaal.
vertelt =

1. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
2. vd (voltooid deelwoord)
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
4. od (onvoltooid deelwoord)

Door de hevige sneeuwval was het verkeer in het hele land danig ontregeld.
ontregeld =

1. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
2. vd (voltooid deelwoord)
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
4. od (onvoltooid deelwoord)

Het is maar goed dat zoiets verschrikkelijks niet dagelijks gebeurt.
gebeurt =

1. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
2. vd (voltooid deelwoord)
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
4. od (onvoltooid deelwoord)

Gemeente Westervoort heeft oordopjes aan alle jongeren, die hun zestiende verjaardag vieren, verstrekt. Eerder werden in Groenlo en Lichtenvoorde tijdens de kermissen oordopjes voor 4,50 euro aangebode. Maar ze werden amper verkocht.
Welk werkwoord is fout gespeld?

‘We hebben twee jaar achter elkaar aandacht besteedt aan gehoorschadepreventie, maar de effecten op bewustwording bij zowel jongeren als ouderen was beperkt’, constateerde de wethouder. Maar daar begint het wel bij, bij die bewustwording.
Welk werkwoord is fout gespeld?

Voor een evenement als de Zwarte Cross zijn er afspraken in een overeenkomst vastgelegt met betrekking tot geluidslimieten, geluidsmeting en gehoorbescherming. Maar die overeenkomst geldt niet voor kleinere evenementen of het bezoeken van een disco.
Welk werkwoord is fout gespeld?