Lijdend Voorwerp
1 / 29
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
De hoofdrol is voor?
A
oma
B
een taart
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
De hoofdrol is voor?
A
Janneke
B
een bloem
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
De hoofdrol is voor?
A
de verpleger
B
de patiënt
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
De hoofdrol is voor?
A
de boze vrouw
B
de jongen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Het onderwerp in deze zin is?
A
kabouter Wesley
B
de wekker
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
De tweede rol is voor?
A
oma
B
een taart
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
De tweede rol is voor?
A
Janneke
B
een bloem
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
De tweede rol is voor?
A
de verpleger
B
de patiënt
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
De tweede rol is voor?
A
de boze vrouw
B
de jongen
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Vraagt het werkwoord 'kopen' om een lijdend voorwerp?
JA
NEE
Slide 26 - Sondage
Vraagt het werkwoord 'ontwerpen' om een lijdend voorwerp?
JA
NEE
Slide 27 - Sondage
Vraagt het werkwoord 'lopen' om een lijdend voorwerp?
JA
NEE
