OPDRACHT LES 5 K P3 T1 Observeren kijkkader maken

Trainen en gezondheid
Kerntaak 1  Opdracht
Periode 3
Les 1
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Kerntaak 1MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Trainen en gezondheid
Kerntaak 1  Opdracht
Periode 3
Les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de opdracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarnemingsfouten & observatiemethoden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van selectief EN subjectief waarnemen.

Slide 4 - Question ouverte

Selectief; ik zie een blauwe auto en wat ik wil zien neem ik waar.

Subjectief; ik vind de auto mooi of lelijk; ik kijk door mijn eigen roze bril op basis van normen en waarden, (voor) oordelen enz.
Op welke manieren kun je selectief en subjectief waarnemen zoveel mogelijk voorkomen?

Slide 5 - Question ouverte

Door van tevoren al te bedenken waar je op wilt gaan letten.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeer de lesgeefvaardigheid van het meisje met de lichtblauwe polo in het filmpje. Welke waarnemingsfout(en) heb je mogelijk gemaakt?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de waarnemingsfout die te maken heeft met een negatief oordeel op grond van haar stemgebruik?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen participerende en niet- participerende observatie?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel en een nadeel van participerende observatie?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel en een nadeel van niet- participerende observatie?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve observatie?

Slide 12 - Question ouverte

Bij de kwalitatieve methoden kijk je naar wat er gebeurt, naar het gedrag dat iemand vertoont.

Het gaat bij kwantitatieve observaties om de hoeveelheid. Zo kun je de balvaardigheid van iemand observeren door te kijken hoe vaak hij in een minuut met een bal kan stuiten.