Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Zintuigelijke ontdekkers
Les 4
Slide 1 - Diapositive
Zintuigelijke ontdekkers
Les 1 Je omgeving waarnemen
Les 2 Voelen, ruiken, proeven
Les 3 Horen en zien
Les 4 Het zenuwstelsel
Les 5 Gedrag
Les 6 Regeling
Slide 2 - Diapositive
Uit welke lagen bestaat de opperhuid?
A
Lederhuid en Hoornlaag
B
Kiemlaag en Lederhuid
C
Lederhuid en Opperhuid
D
Hoornlaag en Kiemlaag
Slide 3 - Quiz
In welk gedeelte van de huid liggen de zintuigen?
A
Kiemlaag
B
Lederhuid
C
Opperhuid
D
Hoornlaag
Slide 4 - Quiz
In welk gedeelte van het oor liggen de gehoorzintuigen?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Buis van Eustachius
Slide 5 - Quiz
Wat verbind de trommelholte (middenoor) met de keelholte?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorgang
C
Buis van Eustachius
D
Oorschelp
Slide 6 - Quiz
Wat in het oog zorgt ervoor dat je scherp kan zien?
A
Pupil
B
Iris
C
Oogzenuw
D
Lens
Slide 7 - Quiz
prikkel
impuls
bewustworden
Slide 8 - Question de remorquage
Leerdoelen
Je kan aan het einde van de les...
De Bouw van het zenuwstelsel beschrijven
De Functie van het zenuwstelsel beschrijven
Slide 9 - Diapositive
Centrale zenuwstelsel en zenuwen
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de ruggenmerg en de hersenen
Slide 10 - Diapositive
Het centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
Ontvangt en geeft signalen door via de zenuwen aan het rest van het lichaam
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Zenuwen
Verbinden de rest van het lichaam met het centrale zenuwstelsel.
Geven impulsen door vanuit de hersenen of andersom
Slide 13 - Diapositive
Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw. Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje. Om een zenuw zit bindweefsel
Slide 14 - Diapositive
zenuwcel
Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwcellen.
zenuwcellen bestaan uit:
- cellichaam
- uitlopers (axonen en dendrieten)
Slide 15 - Diapositive
Zo werkt het
Slide 16 - Diapositive
Functies zenuwstelsel
verwerken impulsen
regelen werking spieren en klieren
Klier = een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Aan de slag
Schrijf de informatie van de lesson-up in de journal