Vorsten, monnken en boeren voorbereiding toets

Voorbereiding toets hdst Vorsten, monniken en boeren





Lesdoel = Ik weet aan welke onderdelen ik extra moet werken.
Ik weet wat er bij de toets van mij verwacht wordt

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding toets hdst Vorsten, monniken en boeren





Lesdoel = Ik weet aan welke onderdelen ik extra moet werken.
Ik weet wat er bij de toets van mij verwacht wordt

Slide 1 - Diapositive

De kloosterlingen behoren tot de
A
bisschoppen
B
horigen
C
abt
D
geestelijken

Slide 2 - Quiz

Een horige behoorde tot de ....
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
D
ridder

Slide 3 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 4 - Quiz

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 6 - Quiz

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
1 keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
5 keer per dag bidden

Slide 7 - Quiz

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
Meedoen aan de Ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 8 - Quiz

Wat is het heilige boek van de moslims?
A
Het oude testament
B
De Koran
C
De islam
D
De Cordoba

Slide 9 - Quiz

Mohammed vertrok naar de stad Medina in het jaar
A
622
B
623
C
620
D
630

Slide 10 - Quiz

Volgens de Islamitische jaartelling is het nu
A
1398
B
1441
C
622
D
2020

Slide 11 - Quiz

Ambacht
Handel
Burgers
Schout + schepenen

Slide 12 - Question de remorquage

Plek waar handelaren wonen
Boeren die overschot eten verkopen op de markt
Schout, schepenen en rakkers
Plek waar handelaren wonen

Slide 13 - Question de remorquage

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Grote verplaatsing van Germaanse volken in de 4e en 5 e eeuw
A
Domein
B
Volksverhuizing
C
Drieslagenstelsel
D
Missionaris

Slide 14 - Quiz

Monnik
Werk wat horige moest doen
Gilde
Horige
Gezel
Herendiensten
Geestelijke
Boer zonder eigen grond
Beroepsvereniging
in dienst bij meester

Slide 15 - Question de remorquage

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Ontginnen
B
Hofstelsel
C
Herendiensten
D
Drieslagenstelsel

Slide 16 - Quiz

Lees de bron hiernaast.

Welk begrip past het beste bij de tekstbron?
A
Drieslagenstelsel
B
Centraal bestuur
C
Koninkrijk
D
Hofstelsel

Slide 17 - Quiz

Hiernaast zie je een piramide met 3 standen.
Sleep de juiste stand op de juiste plaats.
Boeren
Geestelijken
Adel
1
2
3

Slide 18 - Question de remorquage

Sleep de juiste woorden naar de juiste groep
Leven op het platteland
De Handel groeit weer
Geldeconomie
Hofstelsel
Stadsrecht
Domein
Heer
Schout

Slide 19 - Question de remorquage

Laatste vraag:Zet de woorden in de gele vakken in de juiste tijd.
Van oud naar nieuw. Nummer 1 is de oudste.

1.

2.
3.
4.
Ontstaan Islam
Centraal bestuur
Einde Romeinse Rijk
Christendom in Noord Nederland

Slide 20 - Question de remorquage

Leer de begrippen !!
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

  1. Schout
  2. West-Romeinse rijk
  3. profeet
  4. paus
  5. leenstelsel
  6. horige
  7. geestelijken
  8. heidenen
  9. adel
  10. stand
a. eerste stand
b. mensen met voorrechten
c. land in ruil voor trouw
d. andersgelovigen (volgens Christenen)
e. Voorzitter van een rechtbank
f. plaatsvervanger van Christus
g. 476 ten onder
h. plaats bepaald door geboorte
i. boer die geen eigen land heeft
j. boodschapper van god

Slide 22 - Diapositive

Je krijgt een paragraaf toebedeeld. Schrijf min. 3 belangrijke gebeurtenissen/ontwikkelingen op.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat moet je leren voor de toets?!
Jaartallen en begrippen zijn belangrijk! Wat nog meer ?

Slide 25 - Diapositive

Aan het werk...
  • Welke onderdelen heb je nog niet onder de knie?
  • Maak samenvattingen, bekijk lessonup, maak oefentoetsen etc
timer
10:00

Slide 26 - Diapositive

Toetsvraag
Bekijk de afbeelding. Veel kinderen uit de adel werden naar het klooster gestuurd.
Geef een religieuze en een economische reden (2pnt).

Slide 27 - Diapositive