les 4 thema 1 hv1a do

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Terugblik vorige les.   
Verder met de leerdoelen.   
-Uitleg  
-Opdrachten maken
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog/al?
-De tekenregels en de appel. 
Wat heb ik gezien. 
Ken je de regels nu? 
Volgende week weer tekenen, kun je ze er dan zelf bij zetten?

Slide 3 - Diapositive

De leerdoelen van deze week: 
-Je kent het onderscheid tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening.
-Je kent het onderscheid tussen een buitenaanzicht, een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede.
-Je kunt tekeningen maken volgens de tekenregels.
-Je kunt uitleggen wat een organisme is.
-Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
-Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 4 - Diapositive

De andere leerdoelen.
-Je kunt uitleggen wat een organisme is.
-Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
-Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Korte uitleg en verder zelf lezen en opdrachten maken.
Stel nu of volgende les vragen als het nog niet (helemaal) duidelijk is.

Slide 5 - Diapositive

-Je kunt uitleggen wat een organisme is.
Organisme - orgaan.
Organisme is iets wat leeft.
Wanneer leeft iets?

Slide 6 - Diapositive

-Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
Probeer ze eens te noemen? En kan een plant dat ook allemaal?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

levend-dood-levenloos
Wat is het verschil?

Een paar vragen om te controleren of het duidelijk is.

Slide 9 - Diapositive

Deze vogel is.....
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 10 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 11 - Quiz


Elk levend wezen vertoont levensverschijnselen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 12 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 13 - Quiz


Horen, zien, ruiken en voelen horen bij het levensverschijnsel......
A
ademhalen
B
waarnemen
C
de huid, de ogen, de neus, de oren
D
groeien

Slide 14 - Quiz

Aan het werk.
De leerdoelen:
-Je kunt uitleggen wat een organisme is.
-Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
-Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
-Je kent het onderscheid tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening.
-Je kent het onderscheid tussen een buitenaanzicht, een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede.
-Je kunt tekeningen maken volgens de tekenregels.

Kun je bereiken door:
-Tekening practicum 1, (blz 70-71)
-Lezen "leren onderzoeken 1" ( tekeningen maken) en maken opdracht 1 en 2 van leren onderzoeken.
-Lezen basisstof 1 (§ 1.1) "organismen" en maken de opdrachten 1 t/m 11 van basisstof 1 (§ 1.1)
-De test je zelf te maken  en te oefenen  met de flitskaarten.
timer
1:00
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
dan overleggen. 
de laatste 10 minuten doen we nog 6 vragen via lessonup. Laat je tabblad dus openstaan.

Slide 15 - Diapositive

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 

Samenvatten van deze les met 6 vragen.

Slide 16 - Diapositive

Wat is/betekent biologie?
A
leer van het leven
B
een vak op school
C
leer van de natuur
D
leren over dieren

Slide 17 - Quiz


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 18 - Quiz

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 19 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je dit levensverschijnsel?
A
plassende hond
B
uitscheiden
C
onderscheiden

Slide 21 - Quiz


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 22 - Quiz

In je agenda gezet wat je nog moet doen?

Pak dan  je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 24 - Diapositive