Schrijven: zinsopbouw

¡Hola, bienvenidos!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

¡Hola, bienvenidos!

Slide 1 - Diapositive

Lunes 7 de abril
Hoy vamos a hablar de:

Zinsopbouw:
hoe maak je zinnen in het Spaans?



Zinsconstructie + voorzetsels 

Slide 2 - Diapositive

Zinsopbouw
  1. Werkwoorden bij elkaar.
  2. De ontkenning ('no') staat vóór het vervoegde ww. 
  3. Tijdsbepaling vóór- of achteraan de zin.
  4. Plaatsbepaling vóór- of achteraan de zin.
  5. Rest van de opbouw is vaak net als in het NL.

Ejemplo (voorbeeld):
No quiero comer en mi casa a las ocho. 

Slide 3 - Diapositive

Het gezegde
Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. 
De werkwoorden staan in het Spaans bij elkaar.
 

Bijvoorbeeld :

Va a trabajar en Francia 
He trabajado en Francia

Slide 4 - Diapositive

standaardzinnen
zinsopbouw

Slide 5 - Diapositive

zinsopbouw 

Slide 6 - Diapositive

De ontkenning
Bij een ontkenning staat 'no' voor de persoonsvorm.

No veo el libro              Ik zie het boek niet. 
                 No he visto el libro      Ik heb het boek niet gezien.


Slide 7 - Diapositive

Vragen stellen

Als je in het Spaans een vraag stelt, dan is de woordvolgorde hetzelfde 
als in een gewone, bevestigende zin. 

Voor de zin komt altijd een omgekeerd vraagteken: ¿
Achter de zin zet je een gewoon vraagteken: ?

 Hetzelfde geldt voor het uitroepteken: 
¡ aan het begin en ! aan het einde van de zin.


Slide 8 - Diapositive

                                    Vraagwoorden
Waarom?    
¿Por qué?
Wat?
¿Qué?
Waar?
¿Dónde?
Hoe?
¿Cómo?
Wanneer?
¿Cuándo?
Waarheen?
¿Adónde?
Waarvandaan
¿De dónde?
Wie?
¿Quién(es)?
Welke (+ww)?
¿Cuál(es)? Achter cuál komt een werkwoord, vaak ser
Welke (+zelfstnw of ww)?
¿Qué? Achter qué komt een zelfstandig naamwoord óf een werkwoord
Hoeveel
¿Cuánto(s)/-a(s)?

Slide 9 - Diapositive

Zet de zin in de juiste volgorde:
catorce
Tom
años
tiene

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de zin in de juiste volgorde:
bebe
mucho
leche
Richard

Slide 11 - Question de remorquage