Infecties Quiz G0VPB

• Vpk
• MBO
• Studiejaar 1

Ziekteleer

Literatuurverwijzing ZorgPad

Opleiding: MBO (KD 2020) VP niveau 4;

Collectie: Zorg specifiek;

Thema: Ziekteleer;

Defenitie

wat is dit?

Pathogenen

1. ziekteverwekker
2. Ziektemaker
3. Micro-organismen
4. Virus

Virulentie

1. kracht van infectie
2. heel veel virussen
3. niet schadelijke
4. antibiotica

Contaminatie

1. Container
2. besmet
3. veilig
4. combinatie

Na Kolonisatie wordt iemand ziek.

1. ja
2. nee

Aerosol

1. Mist
2. wolken
3. Stofdelen in lucht
4. onder de voet

Infectie

1. Pathogenen in het lichaam
2. dan ben je meteen erg ziek
3. bacteriën
4. virussen

Noem 5 kenmerken van een infectie?

Wat is het verschil tussen: besmetting, infectie en ontsteking? 

Sleep de begrippen naar de juiste verklaring.

binnendringen van ziektekiemen

reactie van het lichaam op binnengedrongen ziektekiemen

overdracht van ziektekiemen

besmetting

infectie

ontsteking

Incubatie tijd

1. binnendringen van micro-organismen
2. tijd van infectie tot de eerste symptoom
3. Tijd van besmetting
4. Tijd van de eerste symptoom tot genezing

Bacteriële soa's

Virale soa's

Chlamydia

Gonorroe

Herpes

Syfilis

HIV

Hepatitis

HPV

Wat is MRSA?

1. meervoudig resistente staafjes
2. Een bacterie die bestand is tegen de meeste antibiotica
3. multiresistente staphylococcus aureus
4. MRSA bestaat niet

Moet je in isolatie als je MRSA hebt?

1. nee
2. ja

Hoe krijg je de MRSA bacterie?

1. Niezen
2. Direct huid contact
3. Huidschilvers
4. Alle bovenstaande

Waar staat de afkorting BRMO voor?

1. Bacteriële resistente micro organismen
2. bijzonder resistente micro organismen
3. behoorlijk resistente macro organismen
4. Geen idee

Antibiotica

Het lichaam kan zich beschermen:

• Ontstekingsverschijnselen
• Aanmaak afweerstoffen
• Koorts

Eventueel met hulp van:

• Gebruik medicatie zoals antibiotica
• Vaccinatie

Wat is Cutane?

1. m.b.t de huid
2. acne
3. eczema
4. melanoom

Aerogen bacterie kan zich verspreiden via de lucht!

1. waar
2. niet waar

Hematogene= Via het bloed

1. ja
2. nee