Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Herhaling blok 9
Slide 1 - Diapositive
Hoe heten figuren die dezelfde grootte hebben en de afmetingen in de zelfde verhouding vergroot of verkleind zijn?
Slide 2 - Question ouverte
Welk Romeins cijfer lees je hier? MDCXVII
Slide 3 - Question ouverte
Welk Romeins cijfer lees je hier? MCDXLVI
Slide 4 - Question ouverte
Zet het getal om in Romeinse cijfers: 559
Slide 5 - Question ouverte
Zet het getal om in Romeinse cijfers: 1944
Slide 6 - Question ouverte
bruto, netto of tarra? een bak met tomaten
Slide 7 - Question ouverte
Met welke formule bereken je het tarragewicht?
Slide 8 - Question ouverte
bruto = 29 kg en tarra = 3,5 kg Hoeveel is het nettogewicht?
Slide 9 - Question ouverte
Pieter en Lieze kopen 1 pak papier van 500 vellen voor hun printer. Pieter drukt het drievoud af van Lieze. Hoeveel vellen hebben ze elk gebruikt als het pak op is?
Slide 10 - Question ouverte
De formule voor de omtrek van een parallellogram =