H2: De functies van belangrijke organen en weefsels

• EHBO
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2: EHBO

Doel:

• Je weet hoe je de hartslag meet
• Je weet wat de hartslag is bij een gezond persoon
• Je weet wat bij een gezond persoon de ademhalingen zijn per minuut

Doorlezen Inleiding blz. 183

Deelopdracht 2.01 blz. 185:    Normale ademhaling en normale hartslag

                                               

Afmaken en nakijken van de opdrachten die de afgelopen 3 weken behandeld zijn

De antwoorden vind je in Lesson-up

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2. opdracht 2.01a.    blz. 174

De cel 

De kleinst levende bouwsteen of éénheid van een organismen is de cel. De cel leeft, vertoont dus levenskenmerken als voeden, uitscheiden, ademen, groeien en voortplanten. 

Weefsels 

Cellen met ongeveer dezelfde vorm en met exact dezelfde functie vormen een weefsel. Het lichaam van de mens is opgebouwd uit vele weefsels. Botweefsel, kraakbeenweefsel, vetweefsel, spierweefsel en zeunuwweefsel zijn zomaar een aantal voorbeelden van weefsels die voorkomen in het lichaam van mens en dier. 

Hoofdstuk 2.01.b                          blz. 174

Organen 

Organen zijn onderdelen van het lichaam met een specifieke functie. Een orgaan is opgebouwd uit samenwerkende weefsels. Het hart is een voorbeeld van een orgaan. Het hart is onderandere opgebouwd uit spierweefsel, vetweefsel en zenuwweefsel

Hoofdstuk 2.4.         De vitale organen              blz. 175

Maak opdracht 2.02

Hoofdstuk 2.5 

De werking van hersenen, hart en bloedsomloop.

Maak opdracht 2.03 

Maak opdracht 2.04: Bekijk het filmpje over het hart. (volgende dia)

Maak opdracht 2.05: Bekijk het filmpje 'hoe werken de longen'.

Maak opdracht 2.06: Bekijk het filmpje 'De bloedsomloop en de bloedvaten'

Lees opdracht 2.7: De effecten van inspanning

Lees opdracht 2.9: maak de opdrachten

Opdracht 2.04 blz 178:

Hoe werkt het hart.

Bekijk de onderstaande video en maak de opdracht.

Opdracht 2.05 blz 180:

Hoe werken de longen

Bekijk de onderstaande video en maak de opdracht.

Opdracht 2.06 blz 181:

De bloedsomloop en bloedvaten.

Bekijk de onderstaande video en maak de opdracht.

2.6 Een AED

Maak opdracht 2.07

2.7.  De effecten van inspanning

opdracht 2.08: Bekijk de volgende video

Hoofdstuk 2.8 Gewrichten  blz 187

Lees blz 187  2.8: Gewrichten.

Bekijk de onderstaande video en maak opdracht 2.09

Rond het hoofdstuk af met 

opdracht 2.10

begrippen blz. 194.

Deelopdracht

Log op je telefoon in bij de volgende opdracht

via de app of via

student.lessonup.io

Deelopdracht 3.01 blz. 53

Inspanning en ademhaling

Wat is bij een gezonde baby een normale ademhaling per minuut?

1. 30-50 ademhalingen per minuut
2. 20-30 ademhalingen per minuut
3. 10-19 ademhalingen per minuut

Wat is bij een gezonde volwassene een normale ademhaling per minuut?

1. 23-30 ademhalingen per minuut
2. 15-17 ademhalingen per minuut
3. 19-22 ademhalingen per minuut

Wat is bij een gezond kind een normale ademhaling per minuut?

1. 20-30 ademhalingen per minuut
2. 15-17 ademhalingen per minuut
3. 30-35 ademhalingen per minuut

Deelopdracht 3.01 blz. 54

Voer uit met een klasgenoot:

b. Tel de ademhalingen van   

     een klasgenoot

c. Tel de ademhaling na 

     inspanning

Wat is bij een gezond volwassen persoon een normale ademhaling per minuut?

1. 10-12
2. 12-15
3. 15-17
4. 18-20

Wat is bij een gezond kind een normale ademhaling per minuut?

1. 10-20
2. 20-30
3. 30-40

Deelopdracht 3.02 blz. 56

Inspanning en hartslag

Wat is bij een gezond kind een normale hartslag per minuut?

1. 110-120
2. 80-110
3. 120-130

Wat is bij een gezonde volwassene een normale hartslag per minuut?

1. 60-80
2. 80-110
3. 110-120

Wat is bij een gezonde baby een normale hartslag per minuut?

1. 110-130
2. 130-140
3. 100-110
4. 110-120

Deelopdracht 3.02 blz. 56

Voer uit met een klasgenoot:

1. Tel de hartslag van   

     een klasgenoot in rust

2. Tel de hartslag na van een  

    klasgenoot na inspanning

Tekst