H6 STRAFRECHT: opsporing en vervolging

 STRAFRECHT
OPSPORING EN VERVOLGING
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 STRAFRECHT
OPSPORING EN VERVOLGING

Slide 1 - Diapositive

Havo 
paragraaf 
2.6 Blik over de grens
2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat

Slide 2 - Diapositive

VWO
2.6 Strafrecht - opsporing en vervolging
2.7 Strafrecht berechting
2.8 De rechtsstaat in internationaal perspectief
2.9 Big Data kansen en bedreigingen

Slide 3 - Diapositive

Onder welke macht valt de politie?
A
wetgevende macht
B
uitvoerende macht
C
rechterlijke macht
D
geen van allen

Slide 4 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Een rechtsstaat is een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van bedrijven
2) Het legaliteitsbeginsel betekent o.a. dat ook de overheid zich aan de wet moet houden
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Het strafrecht valt onder het publiekrecht
2) Het publieke recht is het rechtsgebied dat gaat over de verhoudingen tussen burger en overheid
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Rechtsstaat
burgers
bescherming
grondrechten
machtsmisbruik en willekeur
de staat
rechtssysteem
  • Wie zorgt ervoor dat wij ons aan die rechtsnormen houden?
  • En hoe zorgen we ervoor dat de overheid die macht die ze heeft niet misbruikt?
  • Grondrechten
  • Trias politica: machtenscheiding
  • Legaliteitsbeginsel

Slide 9 - Diapositive




Overtreding
  • minder ernstig
  • max. één jaar vast
  • niet altijd strafblad



Misdrijf
  • ernstig strafbaar feit
  • max. levenslang
  • altijd een strafblad
Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan

Slide 10 - Diapositive

Wat is vervolgen?
A
Zaak komt niet voor de rechter
B
Je wordt veroordeelt door de rechter
C
Je krijgt een boete
D
Een blaadje met je overtreding er op.

Slide 11 - Quiz

Wie bepaalt of er wordt overgegaan tot een schikking, seponeren of vervolging?
A
Politieagent
B
Rechter
C
Officier van justitie
D
Ministerie van Justitie en Veiligheid

Slide 12 - Quiz

welke rechten heb je in het strafrecht?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Lees paragraaf 2.6 vwo en 2.3 havo
* Noteer in je schrift welke maatregelen er worden besproken om onze veiligheid te garanderen

* Noteer in je schrift welke risico's dat heeft voor onze vrijheid

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Lees bron 22 pagina 60
Welke keuzes heeft justitie gemaakt met betrekking tot veiligheid en vrijheid?

Wat is er mis gegaan?

Slide 21 - Diapositive

Schrijf een aantal punten op die je in deze les hebt geleerd

Slide 22 - Question ouverte

Aan het einde van de les kan ik:
  • Uitleggen wat de kern van de rechtsstaat is aan de hand van de begrippen rechtshandhaving, geweldsmonopolie en rechtsbescherming.
  • Kan aan de hand van voorbeelden verschil tussen misdrijven en overtredingen uitleggen.
  • Beschrijven van stappen van onderzoek na misdrijf tot veroordeling.
  • Uitleggen welke bevoegdheden agenten en de officier van justitie heeft.
  • Beschrijven hoe een rechtszaak verloopt en welke soorten straffen er zijn. 

Slide 23 - Diapositive

Fasen in het strafproces
  1. Aanhouding.
  2. Opsporing onder leiding van een officier van justitie.
  3. Vervolging door het Openbaar Ministerie.
  4. Berechting door een rechtbank.
  5. Eventueel hoger beroep en cassatie.
  6. Uitvoering van de opgelegde straf.

Slide 24 - Diapositive

Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 25 - Quiz

een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 26 - Quiz

Met welk beginsel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 27 - Quiz

Leg uit wat schikken, seponeren en vervolgen betekenen.

Slide 28 - Question ouverte

Leerdoelen

  • Je kunt het verband tussen het legaliteitsbeginsel en het strafrecht uitleggen.
  • Je weet wat misdrijven en overtredingen zijn.
  • Je weet wat opsporingsbevoegdheden zijn
  • Je weet wat de verschillende manieren zijn voor het afhandelen van een strafzaak.

Slide 29 - Diapositive

Rechtspraak in verschillende landen vergeleken
2.6 Blik over de grens

Slide 30 - Diapositive

Ben je er voorstander van om rechtspraak uit andere landen ook in Nederland in te voeren?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Het doel van straffen?
  • Afschrikken ( > zodat mensen geen misdrijven gaan plegen)
  • De samenleving veiliger maken
  • Wraak/vergelding
  • Resocialiseren
  • Voorkomen van eigen richting

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Uitdaging rechtsstaat
Vraag steeds wat is in deze situatie rechtvaardig 
en wenselijk?

Botsende grondrechten vrijheid van geloof/meningsuiting 

Slide 37 - Diapositive

Havo 
paragraaf 
2.6 Blik over de grens
2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat

Slide 38 - Diapositive

VWO
2.6 Strafrecht - opsporing en vervolging
2.7 Strafrecht berechting
2.8 De rechtsstaat in internationaal perspectief

Slide 39 - Diapositive