1J. 10.5 Rekenen met decimale getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 10. Breuken

Hoe?

• Terugblik
• Korte Quiz
  
• Zelfstandig werken vanaf 13.45 uur (uiterlijk)
  
• Afronden van de les (13.55 uur)

Hoofdstuk 10. Breuken

Vragen over 10.4 Decimale getallen?

Hoofdstuk 10. Breuken

Vragen over 10.4 Decimale getallen?

Samen: 34, 37, 40

10.5 Rekenen met decimale getallen

Leerdoelen:

• Je leert vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001.

Weet je nog?

Dus % betekent: 'gedeeld door 100'.

34,78 x 10 =

34,78 x 100 =

34,78 x 1000 =

Als ik een getal vermenigvuldig met 1000, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Als ik een getal vermenigvuldig met 100, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Als ik een getal vermenigvuldig met 10, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,1 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,01 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,001 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

893,6 x 0,1 =

893,6 x 0,01 =

893,6 x 0,001 =

Huiswerk

Maken: 10.5 Rekenen met decimale getallen

Bestuderen: Theorie 10.4 Decimale getallen

Belangrijke woorden om te onthouden/begrijpen:

vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001

Wat hebben jullie vandaag geleerd
over rekenen met decimale getallen?

Heb je nog vragen?

1. Ja
2. Nee

746,6 x 0,0001 =