Schaal berekenen

Welkom
- telefoon op stil in de telefoontas
-kauwgom in de prullenbak
- oortjes uit
Op tafel: boek, rekenmachine
Laptop is in je tas
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- telefoon op stil in de telefoontas
-kauwgom in de prullenbak
- oortjes uit
Op tafel: boek, rekenmachine
Laptop is in je tas

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
- hoe je met een omgekeerde pijlenketting de schaal berekent
- hoe je de schaal bij een tekening of een voorwerp berekent

We herhalen:
- de begrippen schaal en vergrotingsfactor
- hoe je met een vergrotingsfactor rekent

Slide 2 - Diapositive

Les 6.3  Schaal berekenen
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Diapositive

Schaal = 1 : 30
.....   
Schaalmodel ----> Werkelijkheid
..... 
Schaalmodel <---- Werkelijkheid
Schaalmodel = 40 cm
Werkelijkheid = .... cm

Slide 4 - Diapositive

Schaal = 1 : 45
.....   
Schaalmodel ----> Werkelijkheid
..... 
Schaalmodel <---- Werkelijkheid
Schaalmodel = 10 cm
Werkelijkheid = .... cm

Slide 5 - Diapositive

Schaal = 1 : 725
.....   
Schaalmodel ----> Werkelijkheid
..... 
Schaalmodel <---- Werkelijkheid
Schaalmodel = .... cm
Werkelijkheid = 1450 cm

Slide 6 - Diapositive

Maten 
Zorg dat alle maten in dezelfde eenheid staan. 
Bijna altijd is dit in centimeters.

Kan Het Dametje Met De CentiMeter Meten?

Slide 7 - Diapositive

Aanpak

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
De kast is in de tekening ..... cm hoog.
In werkelijkheid is hij ........ cm hoog.

Tekening   ------> Werkelijkheid
...... cm        x.....          ...... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 2
De kast is in de tekening ..... cm hoog.
In werkelijkheid is hij ....... cm hoog.

Tekening   -------> Werkelijkheid
....... cm        x........          ....... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 3
Het huis is in de tekening ... cm hoog.
In werkelijkheid is hij ....... cm hoog.

Tekening    --------> Werkelijkheid
........ cm        x........          ....... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Slide 11 - Diapositive

Schaal = 1 : 32
....
Schaalmodel ----> Werkelijkheid
A
x 1
B
: 32
C
x 1/32
D
x 32

Slide 12 - Quiz

Schaal = 1 : 575
....
Schaalmodel <---- Werkelijkheid
A
: 1
B
x 575
C
: 1/575
D
: 575

Slide 13 - Quiz

Schaal = 1 : 20
Schaalmodel = 3 cm
Werkelijkheid = .... cm
A
3 cm
B
20 cm
C
30 cm
D
60 cm

Slide 14 - Quiz

Schaal = 1 : 10
Schaalmodel = .... cm
Werkelijkheid = 50 cm
A
500 cm
B
25 cm
C
5 cm
D
0,5 cm

Slide 15 - Quiz

Het huis is in de tekening 10 cm hoog.
In werkelijkheid is hij 800 cm hoog.

Tekening ----> Werkelijkheid
10 cm x..... 800 cm

A
80
B
8
C
88
D
800

Slide 16 - Quiz

De deur in de tekening is 2 cm hoog.
In werkelijkheid is hij 250 cm hoog.

Tekening ----> Werkelijkheid
2 cm x..... 250 cm

A
2
B
2,5
C
125
D
10

Slide 17 - Quiz

Tekening ----> Werkelijkheid
25 cm x..... 1000 cm

Factor = .....
A
1000 : 250 = 5
B
1000 : 4 = 250
C
100 : 25 = 4
D
1000 : 25 = 40

Slide 18 - Quiz

Tekening ----> Werkelijkheid
25 cm x 40 1000 cm
Factor = 40

Schaal = .......
A
1 : 25
B
1 : 40
C
1 : 4
D
1 : 250

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig werken

Ga verder met les 6.3
Klaar? -> Extra oefening 
           op blz. 54

Slide 20 - Diapositive