Hoofdstuk 10 Zuren en Basen

Hoofdstuk 10 Zuren en Basen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 10 Zuren en Basen

Slide 1 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Zure oplossingen zijn oplossingen die zuur smaken.

Zuren zijn stoffen die een H+ kunnen afstaan
Wat dan overblijft noem je een zuurrest-ion

Slide 2 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Deze namen, afkortingen en reactie moet je uit je hoofd leren
Azijnzuur :                HAc        ->      H+  +  Ac-

Azijnzuur is een zuur dat ook veel wordt gebruikt in het bereiden van eten, als ontkalkingsmiddel.
Het zuurrest ion heet Acetaat


Slide 3 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Salpeterzuur:          HNO3   ->        H+  +  NO3-

Salpeterzuur is een zuur dat o.a. gebruikt wordt in de kunstmest- en explosieven industrie
Het zuurrest ion heet Nitraat

Slide 4 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Zoutzuur:                 HCl        ->       H+  +  Cl-

Zoutzuur wordt veel gebruikt om kalksluiers te verwijderen. Vroeger werd het ook veel gebruikt om pH van zwembadwater te verlagen
Het zuurrest ion heet Chloride

Slide 5 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Zwavelzuur:             H2SO4    ->    2 H+  + SO42-

Zwavelzuur wordt ook wel accuzuur genoemt. Het wordt gebruikt in Loodaccu's

Het zuurrest-ion heet Sulfaat

Slide 6 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Fosforzuur:             H3PO4     ->   3 H+   + PO43-

Fosforzuur wordt veel gebruikt als ontroestingsmiddel. Het komt ook voor in Cola.
Het zuurrest-ion heet Fosfaat

Slide 7 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Koolzuur: H2CO3   ->  2 H+  + CO32-  ->   H2O + CO2

Koolzuur wordt veel gebruikt in de dranken industrie
Het is een instabiele stof die snel uiteenvalt in water en koolzuurgas (prik in frisdranken e.d.)
Het zuurrest ion heet Carbonaat


Slide 8 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Zuren zijn stoffen die een pH hebben kleiner dan 7.
Hoe hoger de H+ concentratie in de oplossing, hoe lager de pH
Sterke zuren leveren veel H+ dus hebben een lage pH
Als je water bij een oplossing doet wordt de concentratie H+ kleiner dus de pH gaat dan omhoog tot maximaal 7

Slide 9 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Eigenschappen van Zuren:

Zure oplossingen geleiden stroom (er ontstaat altijd H2 gas)
Zure oplossingen tasten metalen aan (ontstaan van H2 gas)
Zure oplossingen tasten kalksteen aan
Zure oplossingen hebben een pH < 7

Slide 10 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Water is een neutrale stof

Water kan splitsen in H+ en OH-

de pH van water (neutrale stof) = 7
OH-  +   H+    -> H2O

Slide 11 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Een base geeft een zeepachtig gevoel en smaak

Een base is een stof die een OH- kan afstaan of een H+ kan opnemen.


Slide 12 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Hydroxide: OH-  :      OH- + H+  -> H2O

Hydroxiden wordt gebruikt als ontvetter

Slide 13 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Oxide: O2-  :      O2- + 2 H+  -> H2O

Veel oxiden zijn instabiel en reageren snel met water
CaO   + H2O  -> Ca(OH)2 -> Ca2+  + 2 OH-
Na2O  + H2O  -> 2 NaOH  -> Na+  + 2 OH-

Slide 14 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Ammonia: NH3  :      NH3 + H+  -> NH4+
NH4+  heet Ammonium-ion
Ammonia wordt gebruikt als ontvetter en binnen de kunstmest industrie
(Ammoniak is gasvormig NH3, Ammonia is een oplossing van ammoniak in water)

Slide 15 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Eigenschappen van Basen:

Basische oplossingen geleiden stroom 
Basische oplossingen hebben ontvettende werking
Basische oplossing reageren met vetten in de huid en voelen daarom zeepachtig en glibberig aan
Basische oplossingen hebben een pH > 7

Slide 16 - Diapositive

H10.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Indicatoren:

Om een pH te bepalen kan je gebruik maken van indicatoren
Zie BINAS

Of met een pH meter

Slide 17 - Diapositive