les 4 Guldensporenslag

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Steden en burgers in de lage landen 

les 4 - 1.1: de Guldensporenslag (1302)

- patriciers

- de betekenis van de Guldensporenslag

 

gilden

immigratie en vereniging

Patriciërs           Het Gemeen (Eind 13de eeuw)

Patriciërs = burgers die in de steden de macht in handen hadden (rijke kooplieden) , knoopten banden aan met de adel en maten zich ook de levensstijl van de adel aan.

Het gemeen = de rest van de stedelijke bevolking >> aangevoerd door ambachtslieden.

Patriciërs           Het Gemeen (Eind 13de eeuw)

Patriciërs = burgers die in de steden de macht in handen hadden (rijke kooplieden) , knoopten banden aan met de adel en maten zich ook de levensstijl van de adel aan.

Het gemeen = de rest van de stedelijke bevolking >> aangevoerd door ambachtslieden.

Patriciërs  <> Het Gemeen (Eind 13de eeuw)

Patriciërs = burgers die in de steden de macht in handen hadden (rijke kooplieden) , knoopten banden aan met de adel en maten zich ook de levensstijl van de adel aan.

Het gemeen = de rest van de stedelijke bevolking >> aangevoerd door ambachtslieden.

Spanning tussen twee groepen:

* Alleen patriciërs (10% bevolking) in het bestuur >> ambachtslieden (40%) waren daar fel tegen.

* Dagloners (merendeel rest van de bevolking) hadden geen vast inkomen, deden zwaarste werk en waren niet georganiseerd >> onvrede in tijden van economische tegenslag.

npo.nl

Betekenis

emancipatie van Vlaanderen

ka 14

ka 17

Huiswerk

Leren: t/m blz 15

maken: 1.25 t/m 1.27