HC Steden en burgers - LV 1

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leerdoel
Je weet waar en waardoor in de Nederlanden in de 11e eeuw de bevolkingsgroei versnelde.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Door de veranderende landbouw (veel ontginningen, drieslagstelsel, uitvindingen) groeit de bevolking aanzienlijk. 
Enkele gevolgen hiervan:
  1. - heropleving van de handel en ambacht
  2. - ontstaan / groei van steden (mensen van het platteland trekken naar de stad) agragrisch urbane samenleving.
  3. - herstel van de monetaire economie (had enkele eeuwen op een laag pitje gestaan; geld of goud was er eigenlijk alleen bij de (rijke) heren / edelen.

Gevolg voor de Nederlanden: 
Vlaanderen (en Brabant) wordt een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa (Atrecht, Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen)

Slide 6 - Diapositive

leerdoel
Je kan het voorbeelden uitleggen hoe de bevolkingsgroei leiden tot specialisatie en beroepen, handel en de groei en stichting van steden.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Samenvatting
Vanaf de 11e eeuw deed zich in Europa een aantal veranderingen voor. De landbouw veranderde, de bevolking groeide, de handel bloeide op en er ontstond weer een monetaire economie van grotere omvang. 
In het noorden ontwikkelde vooral Vlaanderen zich tot een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa.

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel
Je kan uitleggen dat steden zelfstandiger worden doordat zij als gevolg van een groeiende economische macht, stadsrechten konden verwerven.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Samenvatting
Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten stedelingen zelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Vanwege hun marktfunctie vertakte het netwerk tussen die steden en het verzorgingsgebied zich steeds fijner. Om zichzelf in stand te houden had de stad een constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of kundige aspirant-poorters. 

Slide 15 - Diapositive

Leerdoel?
Waarom waren steden als Atrecht en Brugge  op een bepaald moment succesvol?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Samenvatting
Startpunt van stedelijke dynamiek in de Nederlandse gewesten was Atrecht. Door de hoge landbouwproductiviteit en de schapenhouderij in de regio veroverde die stad een centrale plaats in de lakennijverheid. Handelaren in deze bisschopsstad vonden aansluiting op een handelsnetwerk dat zich via jaarmarkten in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten. Rijke kooplieden versterkten hun positie door zich te organiseren in koopliedengilden. Ook door leningen te verstrekken aan edellieden kregen ze het stadsbestuur in handen. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

leerdoel
 Je kan het verschil tussen de verschillende sociale groepen in de Vlaamse steden beschrijven en de onderlinge spanningen benoemen en verklaren.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Samenvatting
Patriciërs in Vlaamse steden knoopten banden aan met de adel en maten zich steeds meer een adellijke levensstijl aan. Tussen hen en het gemeen, aangevoerd door ambachtslieden, ontstonden steeds meer spanningen over bestuur en over werkomstandigheden. Met de Guldensporenslag lieten Vlaamse ambachtslieden en boeren in 1302 zien dat ze waren opgewassen tegen patriciërs en feodale heren.

Slide 24 - Diapositive

Nu:
- Bedenk push en pull factoren van Atrecht en Brugge
- Waarom waren dit aantrekkelijke steden?
- Waarom uiteindelijk niet meer?
- leer de ka's / check je opdracht

Slide 25 - Diapositive

TEST

Slide 26 - Diapositive

De Guldensporenslag was...
A
een overwinning van de Vlaamse burgers op het ridderleger van de koning
B
een overwinning van het patriciaat op de Vlaamse burgers
C
Een overwinning van het Franse ridderleger op het leger van de Vlaamse graaf
D
een overwinning van de Vlaamse burgers op de legers van de Vlaamse graaf

Slide 27 - Quiz

Welke Vlaamse stad profiteerde als eerste van de Franse jaarmarktenhandel
A
Gent
B
Antwerpen
C
Atrecht
D
Brugge

Slide 28 - Quiz

Wat liet de Guldensporenslag zien?
A
De macht van de Vlaamse ambachtslieden
B
De zwakte van de Vlaamse steden
C
De macht van de Franse koning
D
Het einde van de 'ridder' op het slagveld

Slide 29 - Quiz

Atrecht;
Welke landbouwontwikkeling was voornamelijk belangrijk voor de groei van Atrecht in de Late Middeleeuwen?
A
Drieslagstelsel
B
Ontginningen
C
Betere bemesting
D
IJzeren ploeg met paarden

Slide 30 - Quiz

Voor wie was de jaarmarkt vooral belangrijk?
A
Boeren uit de omgeving
B
De handelaren
C
De adel uit de omgeving
D
De priesters van de kerk

Slide 31 - Quiz

De Guldensporenslag was in
A
1348
B
1415
C
1302
D
1337

Slide 32 - Quiz


Atrecht werd mede een financieel centrum door:
A
de handel in zijde en katoen.
B
de winstgevende leningen die ze aan koningen en edelen verstrekte.
C
het innen van tolgelden aan buitenlandse kooplieden.
D
zowel A, B als C

Slide 33 - Quiz

Welk netwerk van kooplieden had in Brugge een hoofdkantoor?
A
De Hanze
B
De VOC
C
De WIC

Slide 34 - Quiz


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Wat is een Hanze?
A
Een jaarmarkt in steden van Nederland en Duitsland.
B
Een groep steden die veel met elkaar handelden.
C
De belasting die kooplieden moesten betalen.
D
Een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht.

Slide 36 - Quiz

Opdrachten
Opdracht 1: (tweetal) Knip de begrippen en hun betekenis uit en leg ze bij elkaar.
Opdracht 2 (tweetal): Leg ze in de bevolkingspiramides.
Opdracht 3 : individueel maak de opdracht over de 4 steden met behulp van je boek
Opdrscht 4: individueel maak de supernelle samenvatting

Slide 37 - Diapositive