toets hoofdstuk 1 MeMo

Wat deden jagers verzamelaars? Twee antwoorden goed
A
gereedschap van steen maken
B
Graan verbouwen
C
Jagen op mammoeten
D
Kleding uit wol maken
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat deden jagers verzamelaars? Twee antwoorden goed
A
gereedschap van steen maken
B
Graan verbouwen
C
Jagen op mammoeten
D
Kleding uit wol maken

Slide 1 - Quiz

bron 1 bij vraag 2 en 3
Bron 1 Een prehistorische handbijl uit het Afrikaanse land Tanzania. Zulke bijlen werden gemaakt tussen 1,5 miljoen en 50.000 jaar geleden. De bijl werd bijvoorbeeld gebruikt voor het snijden van vlees.


Slide 2 - Diapositive

Geef antwoord op de volgende slide
Gebruik bron 1.
 Een historicus vindt bron 1 en stelt een onderzoeksvraag over de bron.
Welke vraag past bij de bron en is op de juiste manier gesteld?
A Hoe bewerkten jagers-verzamelaars in Europa gedode dieren?
B Waarom ontwikkelden de eerste echte mensen zich in Afrika?
C Wanneer vond in Tanzania de overgang plaats van prehistorie naar historie?
D Wat waren de bestaansmiddelen van jagers-verzamelaars in Tanzania in de prehistorie?

Slide 3 - Diapositive

welke vraag is juist gesteld?
A
vraag a
B
vraag b
C
vraag c
D
vraag d

Slide 4 - Quiz

Geef antwoord op de volgende slide
Gebruik bron 1.
 Welke conclusie kan een archeoloog trekken op basis van dit soort voorwerpen?
A Bij jagers-verzamelaars bestonden weinig sociale verschillen.
B De eerste mensachtigen waren mogelijk aaseters.
C De grootte van de hersenen van onze voorouders nam langzaam toe.
D De neanderthaler kon beter jagen dan andere menssoorten

Slide 5 - Diapositive

Welke vraag kan een archeoloog met dit voorwerp beantwoorden?
A
vraag a
B
vraag b
C
vraag c
D
vraag d

Slide 6 - Quiz

Vul je antwoord in de volgende slide in
 Er zijn uit de prehistorie veel meer stenen gebruiksvoorwerpen gevonden dan houten gebruiksvoorwerpen. Een historicus beweert daarom: ‘Jagers-verzamelaars werkten vaker met steen dan met hout.’
Geef een argument tegen deze uitspraak.
Doe het zo:
De uitspraak van de historicus klopt niet, omdat … [geef een argument].

Slide 7 - Diapositive

De uitspraak van de historicus klopt niet omdat................

Slide 8 - Question ouverte

bron 2
Bron 2 Een ijzeren ploegschaar uit ca. 100 v.C., gevonden in Nederland. Een ploegschaar is een onderdeel van een ploeg, die werd gebruikt voor het omploegen van akkers.

Slide 9 - Diapositive

Geef antwoord op de volgende slide
Gebruik bron 2.
 De vondst van dit voorwerp bewijst dat de agrarische revolutie in Nederland heeft plaatsgevonden. Leg dit uit.
Doe het zo:
De agrarische revolutie is … [geef een definitie].
Deze bron geeft bewijs voor de agrarische revolutie, omdat … [leg uit].

Slide 10 - Diapositive


Geef antwoord met behulp van bron 2
De agrarische revolutie is … [geef een definitie].
Deze bron geeft bewijs voor de agrarische revolutie, omdat … [leg uit].


Slide 11 - Question ouverte

Geef antwoord in de volgende slide
Bij Bonn in Duitsland werd in 1914 een prehistorisch graf ontdekt met daarin de resten van een man, een vrouw en twee honden. De honden werden getemd, vermoedelijk om te helpen bij de jacht.
  Geef een argument waarom deze vondst past bij de overgang van jagen-verzamelen naar akkerbouw.

Slide 12 - Diapositive

Deze vondst past bij de overgang van jagen en verzamelen naar akkerbouw, omdat daar ook bijhoorde ............

Slide 13 - Question ouverte

Geef antwoord in de volgende slide
Een historicus doet de volgende uitspraak: ‘Dankzij toevallige omstandigheden in de natuur ontstonden er in sommige gebieden eerder specialisatie en stedelijke gemeenschappen dan in andere gebieden.’
Laat met een voorbeeld zien dat deze uitspraak klopt.

Slide 14 - Diapositive

Deze uitspraak klopt want.......

Slide 15 - Question ouverte

beantwoord de vraag op de volgende twee slides
Leg uit welk gevolg de agrarische revolutie had voor de sociale verschillen tussen mensen.
  Doe het zo:
  Vóór de agrarische revolutie waren de sociale verschillen groot / klein, omdat … [leg uit].
.Na de agrarische revolutie werden de sociale verschillen groter/kleiner omdat...(leg uit)

Slide 16 - Diapositive

beantwoord de vraag met behulp van de zin.... Vóór de agrarische revolutie waren de sociale verschillen groot / klein, omdat … [leg uit].

Slide 17 - Question ouverte

.Na de agrarische revolutie werden de sociale verschillen groter/kleiner omdat...(leg uit)

Slide 18 - Question ouverte

Rond welk jaartal vond in Egypte de overgang plaats van prehistorie naar historie? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Question ouverte

Geef antwoord op de volgende slide
Bron 3 De Griekse schrijver Herodotus (485-420 v.C.) schreef het volgende over Egypte.
De bewoners rondom de Nijl kunnen makkelijker landbouw bedrijven dan alle andere volken. Zij hoeven geen moeite te doen om met de ploeg het land te bewerken, terwijl andere volken zich moeten afmatten op het veld. Wanneer de rivier vanzelf gekomen is en de akkers onder water gezet heeft, en wanneer daarna het waterpeil weer zakt, dan bezaait elke boer zijn eigen akker. Vervolgens laten de boeren hun zwijnen het zaad in de grond trappen. Daarna hoeven zij alleen de oogsttijd af te wachten.

Slide 20 - Diapositive

Volgens Herodotus ging er in de Egyptische landbouw een heleboel ‘vanzelf’.
- Leg uit wat hij daarmee bedoelde

Slide 21 - Question ouverte

Volgens Herodotus ging er in de Egyptische landbouw een heleboel "vanzelf". Leg uit dat de Egyptenaren het daar niet mee eens zullen zijn.



Volgens Herodotus ging er in de landbouw een heleboel ‘vanzelf’ - leg uit dat de Egyptenaren het daar niet mee eens zouden zijn.


Slide 22 - Question ouverte

In Egypte vonden archeologen prachtige en reusachtige beeldhouwwerken van farao’s.
Leg uit wat de ontwikkeling van zulke kunst te maken heeft met hogere opbrengsten in de landbouw.

Slide 23 - Question ouverte

Geef antwoord in de volgende slide, sleep de gebeurtenis naar het cijfer, de vroegste is 1, de laatste is 5 
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde, van vroeger naar later.
1 Alexander de Grote verovert Egypte.
B Er ontstaan steden, zoals Memphis en Thebe.
C Heel Egypte wordt één rijk.
D In de moerassen rond de monding van de Nijl leven jagers-verzamelaars.
E In het dal van de Nijl gaan de bewoners over op de landbouw.


Slide 24 - Diapositive

1
2
3
4
5
Alexander de Grote verovert Egypte.
 Er ontstaan steden, zoals Memphis en Thebe.
Heel Egypte wordt één rijk.
In de moerassen rond de monding van de Nijl leven jagers-verzamelaars.
In het dal van de Nijl gaan de bewoners over op de landbouw.

Slide 25 - Question de remorquage

opnieuw een sleepvraag op de volgende slide
De onderstaande personen passen bij een bepaalde sociale laag.
  Zet de personen in volgorde van belangrijkheid van de sociale lagen. Begin met de meeste belangrijke laag en eindig met de minst belangrijke laag. Schrijf alleen de letters op.
A Boeren en handwerkslieden
B Farao
C Hoge ambtenaren en priesters
D Schrijvers en kunstenaars
E Slaven

Slide 26 - Diapositive

1
2
3
4
5
A
B
C
D
E

Slide 27 - Question de remorquage

Geef antwoord op de volgende slide
Bron 4 Een Egyptische ambtenaar vertelt over zijn werk. (Fragment uit een tekst uit ca. 2000 v.C.)
Er was geen weduwe die ik in nood bracht, geen landbouwer die ik lastigviel, geen herder die ik verdreef, niemand van wie ik zijn arbeiders afpakte vanwege onbetaalde belastingen. Niemand was arm en niemand hoefde honger te lijden. Toen jaren van nood kwamen, liet ik alle velden tot aan de zuidelijke en noordelijke grens van mijn district ploegen en bezaaien en voorzag ik de mensen van levensmiddelen.

Slide 28 - Diapositive

Noem op basis van de bron twee taken die ambtenaren hadden in Egypte.

Slide 29 - Question ouverte

Leg uit waarom het voor een Egyptische ambtenaar noodzakelijk was om gebruik te maken van het schrift.

Slide 30 - Question ouverte

In 1922 werd het graf gevonden van de Egyptische farao Toetanchamon. Daarin werden onder andere de volgende objecten gevonden:
1 het lichaam van de farao, nog bijna helemaal intact;
Waarom past dit goed bij de manier waarop de Egyptenaren omgingen met de dood?

Slide 31 - Question ouverte

Er werden ook voorwerpen uit het dagelijkse leven van de farao, zoals ondergoed. gevonden. Waarom past dit goed bij de manier waarop de Egyptenaren omgingen met de dood?


Slide 32 - Question ouverte

 Een ambtenaar
Een farao
Een neanderthaler
Een priester
leeft als jager-verzamelaar. 
maakt wetten voor Egypte.
regelt het bestuur in dorpen
verzorgt het contact met de goden. 

Slide 33 - Question de remorquage