25 zinnen

(pompen)
De brandweer ....... gisteren het water uit onze kelder.
1 / 25
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

(pompen)
De brandweer ....... gisteren het water uit onze kelder.

Slide 1 - Question ouverte

(vertragen)
Eindelijk kwam de ....... trein aan!

Slide 2 - Question ouverte

(strijden)
De club ...... komend weekend om het kampioenschap.

Slide 3 - Question ouverte

(worden)
Emma ...... blij van het mooie zomerweer.

Slide 4 - Question ouverte

(beoordelen)
De jury heeft de zangers streng ........

Slide 5 - Question ouverte

(afbranden)
De oude boerderij ...... gisteren helemaal .....

Slide 6 - Question ouverte

(proberen)
Je ..... toen vast je huiswerk zo goed mogelijk te maken.

Slide 7 - Question ouverte

(beloven)
Hannah zal de ..... voetbalplaatjes morgen meenemen.

Slide 8 - Question ouverte

(bewonen)
Het oude huis is al tien jaar niet .......

Slide 9 - Question ouverte

(uitprinten)
Bas en Aagje ...... gisteren hun verslag twee keer .....

Slide 10 - Question ouverte

(voeren)
De jonge aapjes worden om de twee uur .....

Slide 11 - Question ouverte

(aankleden)
Hij .... zich lekker warm ....

Slide 12 - Question ouverte

(bestellen)
We ..... toen de concertkaartjes via internet.

Slide 13 - Question ouverte

(grazen)
De koeien ..... gisteren voor het eerst in de wei.

Slide 14 - Question ouverte

(omhelzen)
De thuiskomt heeft Lydia haar moeder .....

Slide 15 - Question ouverte

(afsnijden)
Papa ..... gisteren een groot stuk taart ....

Slide 16 - Question ouverte

(razen)
De storm heeft met windkracht 10 over het land ......

Slide 17 - Question ouverte

(gooien)
Sandra ..... de bal naar Emre.

Slide 18 - Question ouverte

(haasten)
Wij ...... ons gisteren naar het goede lokaal.

Slide 19 - Question ouverte

(schilderen)
Het meisje heeft een zelfportret .....

Slide 20 - Question ouverte

(spelden)
De koning .... een medaille op het jasje van de held.

Slide 21 - Question ouverte

(zeven)
Het meel voor het brood is ......

Slide 22 - Question ouverte

(optreden)
Anouk ..... op in een groot theater.

Slide 23 - Question ouverte

(weigeren)
De bank heeft het valse pasje .....

Slide 24 - Question ouverte

(vrezen)
Ik ...... toen te verliezen van de tegenstander.

Slide 25 - Question ouverte