H12.5b laatste stukje

• Klassieke Talen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H12.5b laatste regels

Kijk en denk je ook mee?

samengevat
t/m r.8

Geef aan wat voor jou waar is

ik snap helemaal waar deze brief tot nu toe over gaat

ik snap gedeeltelijk waar deze brief tot nu toe over gaat

ik snap vrij weinig van waar deze brief tot nu toe over gaat

ik heb geen idee waar deze brief tot nu toe over gaat

Bedenk wat je weet : 

Alii ab indice nominati esse se Christianos dixerunt et mox negaverunt

Alii ab indice nominati esse se Christianos dixerunt et mox negaverunt

nominati is een ppp bij alii

1. waar
2. niet waar

Alii ab indice nominati esse se Christianos dixerunt et mox negaverunt

Anderen, die door een aanbrenger (met naam en toenaam) genoemd waren, zeiden dat ze Christen waren en snel daarna ontkenden ze dat.

Met welk tekstelement eerder uit de tekst staat 'ab indice nominati' in contrast?

1. ipso tractatu
2. diffundente se crimine
3. libellus sine auctore
4. multorum nomina continens

Bedenk wat je weet : 

fuisse quidem, sed desisse, quidam ante triennium, quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti.

fuisse quidem, sed desisse, quidam ante triennium, quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti.

quidam....quidam

1. aan de ene kant...aan de andere kant
2. sommigen...anderen
3. nu eens...dan weer
4. welliswaar...maar

non nemo - wat bedoelt hij hiermee?

fuisse quidem, sed desisse, quidam ante triennium, quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti.

.

dat zij het welliswaar zijn geweest, maar zijn gestopt; sommigen 3 jaar geleden, anderen meer jaar geleden en menigeen zelfs 20 jaar geleden.

non nemo etiam ante viginti - onder welke keizer was dit dan?

1. Domitianus
2. Trajanus
3. Nero
4. Claudius

Bedenk weer wat je weet : 

<Hi> quoque omnes et imaginem tuam deorumque simulacra venerati sunt et Christo male dixerunt

<Hi> quoque omnes et imaginem tuam deorumque simulacra venerati sunt et Christo male dixerunt

venerati sunt + dixerunt

1. beide zijn praesens
2. beide zijn perfectum
3. de eerste is praesens, de tweede is perfectum
4. de eerste is perfectum, de tweede is plsq.perf.

<Hi> quoque omnes et imaginem tuam deorumque simulacra venerati sunt et Christo male dixerunt

Zij hebben ook allen zowel jouw beeld en de godenbeelden vereerd als Christus beledigd.