Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Leerdoel: ik ken de argumenten van voorstanders en tegenstanders van de slavernij en kan uitleggen hoe en waarom Nederland stopte met de slavernij.
2.4: Slaven worden vrij
Slide 1 - Diapositive
2.4 slaven worden vrij!
Slide 2 - Diapositive
Welke gebeurtenissen zijn gevolgen van het nationalisme? Sleep die naar de vlag
In 1830, na een korte oorlog, krijgen de Belgen een eigen land.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd in Nederland.
In 1871 wordt het Duitse Rijk opgericht.
In 1900 wordt de telefoon uitgevonden door onder anderen Alexander Bell.
Slide 3 - Question de remorquage
Wat zijn voorbeelden van nationalisme? Sleep ze naar de vlag toe
Een krant schrijft enthousiast over een modern oorlogschip, gebouwd in eigen land
Een muzikant zingt een liedje over dappere helden uit de geschiedenis
Een schilder schildert een groep trotse vrouwen in traditionele klederdracht
Een schrijver beschrijft de ellende van de arbeiders in een industriestad
In een theater worden beroemde toneelstukken uit heel Europa opgevoerd
Slide 4 - Question de remorquage
In de 19e eeuw wordt het steeds belangrijker om...
A
met zoveel mogelijk gebieden handel te drijven
B
zoveel mogelijk gebieden te bezitten en besturen
Slide 5 - Quiz
In de 19e eeuw wordt het steeds belangrijker om veel gebieden te bezitten en besturen. Europese landen vonden dit belangrijk om politieke en economische redenen. Dit is een omschrijving van het begrip:
Slide 6 - Question ouverte
Welke uitspraak is juist?
A
De Nederlandse koloniën werden in de 19e eeuw veroverd door de VOC
B
De stichting van Nederlands-Indië is heel vreedzaam verlopen
C
Een van de belangrijkste kolonies van Nederland was India
D
Nederland was bang dat andere landen Indonesië zouden veroveren
Slide 7 - Quiz
Wat was geen kolonie van Nederland in de 19e eeuw?
A
De Antillen
B
Indonesië
C
Marokko
D
Suriname
Slide 8 - Quiz
Wat was de aanleiding voor de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865)?
A
President Lincoln werd vermoord.
B
De zuidelijke staten waren armer en wilden slavernij uitbreiden.
C
De noordelijke staten wilden één groot Verenigde Staten stichten.
D
De republikeinen en de democraten waren het niet met elkaar eens.
Slide 9 - Quiz
Nederland vond dat Nederlands-Indië vooral geld moest opleveren voor
_____________________. In 1830 voerden zij daarom het
_____________________ in, waardoor inheemse boeren een groot deel
van hun oogst _____________________.
de inheemse bevolking
zelf konden verkopen
Nederland zelf
moesten afstaan
cultuurstelsel
handelsstelsel
Slide 10 - Question de remorquage
Herhaling
Er ontstaat een moderne samenleving: spoorwegen, kanalen, telegraaf, telefoon, radio, postschepen
Volgens Europeanen waren Afrikanen en Aziaten minderwaardig en konden ze niet omgaan met vrijheid.
Economisch argument: slavernij maakt de kolonie winstgevend.
Slide 13 - Diapositive
Tegenstanders van de slavernij
Abolitionisme: een beweging die was voor de afschaffing van de slavenhandel en slavernij
Twee argumenten tegen de slavernij:
Slavernij ging in tegen het idee dat iedereen vrij en gelijk was
Christendom zei: heb je naasten lief
Slide 14 - Diapositive
Tegenstanders van de slavernij
1807: Britse rijk verbiedt slavenhandel
1833: Britse rijk verbiedt slavernij
1860: Nederland schaft slavernij af in Nederlands-Indië
1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af in Suriname en Antillen
Let op: hierna volgde een periode van 10 jaar staatstoezicht
Vanaf 1870 werden er contractarbeiders uit Brits-India en Java gehaald
In de Verenigde Staten ontstond er een burgeroorlog om de afschaffing van de slavernij. Zuid (tegen afschaffing) tegen Noord (voor afschaffing). Noord won en in 1865 werd de slavernij hier afgeschaft.
Keti Koti
Slide 15 - Diapositive
Ik ken de argumenten van voorstanders en tegenstanders van de slavernij en kan uitleggen hoe en waarom Nederland stopte met de slavernij.
Ja
Nee
Een beetje
Slide 16 - Sondage
WAT? Maken voor de planner §2.4: opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11.
HOE? In je boek
AF? START MET LEREN VOOR JE PROEFWERK
Want volgende week heb jij je proefwerk.
HOE?
Check de leerdoelen in TEAMS en gebruik je boek als je iets niet snapt