3 VWO bijzinnen benoemen (onderwerpzin etc.

• Nederlands
• Secondary Education

deze les

absenten

vraag van de dag

zinsontleding herhaling

uitleg bijzinnen maken en vervangen

huiswerk

absenten

ziel

deel van de mast van een boot (ga op de tafel zitten)

onderkant van een fles (steek je vinger op)

het einde van een volkslied (ga naast/achter je tafel staan)

herhaling zinsontleding

opdracht 1 samen

bijzinnen maken en vervangen

Wat is een bijzin?

Een bijzin kan niet als zelfstandige zin staan. De woordvolgorde is anders als bij een hoofdzin. OW en PV niet naast elkaar

Omdat ik gisteren ziek was, moet ik de toets volgende week inhalen.

Daarom moet ik de toets volgende week inhalen.

Voorbeeld

Ik weet dat niet.

Ik weet de manier waarop dat gebeurd is niet.

De bijzin moet wel een OW en PV hebben, anders is het geen bijzin. 

huiswerk

opdracht 2 en 4 van blz. 71/72

Deze les

Absenten

vraag van de dag

Postzegel mee?

nakijken huiswerk -> met nakijkbladen (via Magister)

Samengestelde zinnen ontleden in groepjes korte presentatie voorbereiden

absenten

mitsgaders

tenzij (steek je vinger op)

evenals (ga naast je tafel staan)

meestal (ga op de tafel zitten)

evenals

postzegel mee?

Samengestelde zinnen ontleden

hoofd- en bijzin

Hier gaat het iets anders. De bijzin benoem je als zinsdeel van de hoofdzin. Er zijn verschillende soorten bijzinnen:

1. De onderwerpszin (ondzin)
2. De lijdendvoorwerpszin (lvzin)
3. De gezegdezin (gezzin)
4. De meewerkendvoorwerpszin (mvzin)
5. De voorzetselvoorwerpszin (vzvzin)
6. De bijwoordelijke bijzin (bwbzin)

twee hoofdzinnen

Deze ontleed je zoals je gewend bent, maar dan twee keer

presentatie

Je krijgt een nummer, passend bij een van de bijzinsoorten.

Je gaat in groepjes een korte presentatie maken, inclusief voorbeeldzinnen! 

Later gaan jullie de presentaties in groepjes aan elkaar laten zien en de bijbehorende opdrachten maken/nakijken. In totaal twee lessen. 

De onderwerpszin (ondzin)

Wie nu snel aan het werk gaat, heeft straks het huiswerk af.

Deze persoon heeft straks zijn huiswerk af.

Het is me niet verteld dat ik mijn huiswerk moest maken.

Soms staat de onderwerpszin aan het eind van de samengestelde zin en begint de hele zin met Het.

De lijdendvoorwerpszin (lvzin)

Ik had wel verwacht dat ik mijn huiswerk deze les af zou krijgen.

Ik had dat wel verwacht.

Een lijdendvoorwerpszin begint vaak met het onderschikkende voegwoord dat of of. Sommige lijdendvoorwerpszinnen beginnen niet met een voegwoord, maar met wat of wie.

De lijdendvoorwerpszin (lvzin)

Ik had wel verwacht dat ik mijn huiswerk deze les af zou krijgen.

Ik had dat wel verwacht.

Een lijdendvoorwerpszin begint vaak met het onderschikkende voegwoord dat of of. Sommige lijdendvoorwerpszinnen beginnen niet met een voegwoord, maar met wat of wie.

Ik vraag wel even wat we moeten doen.

Ik vraag dat wel even.

De gezegdezin (gezzin)

Een gezegdezin is altijd het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde.

Het is zoals jij me dat had gezegd.

Het is waar.

De meewerkendvoorwerpszin (mvzin)

Wie zich niet gedraagt, kun je een schop geven.

Hem kun je een schop geven.

Meewerkendvoorwerpszinnen beginnen altijd met (aan/voor) wie.

De voorzetselvoorwerpszin (vzvzin)

Reken er maar op dat hij op tijd komt.

Reken daar maar op.

De bijwoordelijke bijzin (bwbzin)

Sinds er computers bestaan is het verbeteren van teksten veel makkelijker geworden.

Sindsdien is het verbeteren van teksten veel makkelijker geworden.

huiswerk

opdracht 5 en 6

Deze les

Postzegel mee?

aan elkaar presenteren in groepjes

maken opdracht 5, 6, daarna meteen nakijken

opdracht 7 en 8 thuis maken (herhaling woordsoorten)