H4 Thema 7 bs 3

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De ene soort voordeel

de ander nadeel

beide soorten voordeel

de ene soort voordeel de ander geen voor- of nadeel

mutualisme

commensalisme

parasitisme

Concurrentie is een ___________ factor

1. Biotisch
2. Abiotisch

Voortplanting lieveheersbeestje

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Zware regenbui in bos waar lieveheersbeestje zich bevindt

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Schimmelinfectie op lieveheersbeestje

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Lieveheersbeestje weggejaagd door mieren

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Overwinteren lieveheersbeestje (lage temperatuur)

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Sluipwesp legt eitjes in lieveheerstbeestje

1. BIOTISCH
2. ABIOTISCH

Welk organisatieniveau wordt NIET gebruikt in de ecologie?

1. Ecosysteem
2. Organisme
3. Cel
4. Populatie

Studiewijzer

Studiewijzer

Op welk plaatje zie je een voedselketen?

1. 
2. 
3. 

Waar begint een voedselweb of keten mee?

1. vleeseters
2. planteneters
3. planten
4. reducenten

Wat mag er niet in een voedselweb?

1. planteneters
2. vleeseters
3. afvaleters
4. nutriënten

Welke groep organismen is autotroof?

1. Producenten
2. Consumenten
3. Afvaleters
4. Reducenten

Een pijltje in een voedselketen betekent:

1. Wordt gegeten door
2. Eet het volgende organisme

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

-->

Consument 3

Consument 1

Consument 2

Heterotroof

Autotroof

Producent

Studiewijzer