Groep 6 Herhalen werkwoorden Instap
1 / 15
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Noem een voorbeeld
van een werkwoord.
van een werkwoord.
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Zoek de werkoorden:
Yo en Josh spelen met de poppen.
Yo en Josh spelen met de poppen.
A
Yo en Yosh
B
poppen
C
spelen
Slide 4 - Quiz
Zoek de werkoorden:
Ik eet van de heerlijke taart.
Ik eet van de heerlijke taart.
A
eet
B
heerlijke
C
ik
D
taart
Slide 5 - Quiz
Zoek de werkoorden:
Vanmiddag ga ik zwemmen.
Vanmiddag ga ik zwemmen.
A
vanmiddag
B
ga + zwemmen
C
ga
D
zwemmen
Slide 6 - Quiz
Zoek de werkoorden:
De man zingt een beetje vals.
De man zingt een beetje vals.
A
de man
B
beetje
C
zingt
D
vals
Slide 7 - Quiz
Zoek de werkoorden:
Mijn oma bakt de lekkerste taart.
Mijn oma bakt de lekkerste taart.
A
mijn oma
B
taart
C
de lekkerste
D
bakt
Slide 8 - Quiz
Vul het werkwoord in:
Mijn neefje tekent een huis.
Mijn neefje tekent een huis.
Slide 9 - Question ouverte
Vul het werkwoord in:
Lisa koopt kleding online.
Lisa koopt kleding online.
Slide 10 - Question ouverte
Vul het werkwoord in:
Opa leest een brief uit de oorlog.
Opa leest een brief uit de oorlog.
Slide 11 - Question ouverte
Vul het werkwoord in:
Loes roert met een lepel in de soep.
Loes roert met een lepel in de soep.
Slide 12 - Question ouverte
Vul het werkwoord in:
Sam aait een grote hond.
Sam aait een grote hond.
Slide 13 - Question ouverte
Vul het werkwoord in:
Ik ga graag naar school.
Ik ga graag naar school.
Slide 14 - Question ouverte
Heb jij het doel behaald?
Ja of nee?
Ja of nee?
