4e b/k brede school deel d

sleep de antwoorden in het juiste vakje
Wat betekent volgens jouw objectief?
Wat betekent volgens jouw subjectief?
Als je iets moet opschrijven over wat je hebt gezien, schrijf je dan objectief of subjectief?
Feiten die iedereen op dezelfde manier waarnemen. Geen mening of emoties.
Een mening. je beschrijft wat je voelt en wat je er van vindt.
Subjectief
Objectief
1 / 13
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

sleep de antwoorden in het juiste vakje
Wat betekent volgens jouw objectief?
Wat betekent volgens jouw subjectief?
Als je iets moet opschrijven over wat je hebt gezien, schrijf je dan objectief of subjectief?
Feiten die iedereen op dezelfde manier waarnemen. Geen mening of emoties.
Een mening. je beschrijft wat je voelt en wat je er van vindt.
Subjectief
Objectief

Slide 1 - Question de remorquage


 Sleep de tekst naar de juiste afbeelding! 


Formele kleding 



Informele kleding
Non-verbale communicatie


verbale communicatie

Slide 2 - Question de remorquage

Voorbeelden van voedingsstoffen zijn:
A
koolhydraten, suiker en boter
B
Appels, brood en kaas
C
Vetten, eiwitten en vitamines
D
Vitamines, mineralen en kaas

Slide 3 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 4 - Quiz

Welke voedingsstoffen horen bij de bouwstoffen
A
vitamines en water
B
eiwitten en vetten
C
mineralen en eiwitten
D
Water en eiwitten

Slide 5 - Quiz

cariës is....
A
een gaatje in het tandglazuur
B
het ontbreken van verstandskiezen
C
een scheefstaand gebit
D
tandsteen

Slide 6 - Quiz

Vraag 4 [1 punt]
In welke volgorde verschijnen de tanden en kiezen bij een mens?
Zet de juiste nummers achter de tanden en kiezen. 

Melkgebit
Definitieve tanden
Verstandskiezen
Wisselgebit

3

2

1

4

Slide 7 - Question de remorquage

Karin zegt: Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 8 - Quiz

Welke schoonmaakmethode hoort bij het speelgoed op de foto?
A
Afnemen met een klamvochtige doek.
B
Afnemen met een natte spons.
C
Schoonborstelen in een sopje van warm water met schoonmaakmiddel.
D
Wassen in de wasmachine.

Slide 9 - Quiz

wat is converseren?
A
een gesprekje voeren
B
een toets maken
C
een mail versturen
D
een compliment geven

Slide 10 - Quiz

Plaats de woorden bij de juiste groep
groep 1

Lisa 13 jaar, basis
Yasmijn, 13 jaar,kader
ruby, 14 jaar, kader 
Iris, 15 jaar, basis
groep 2

veerle, 15 jaar, gt
monique, 15 jaar, gt
hanneke, 15 jaar, gt
ria 15 jaar, gt
Groep 1
Groep 2
Horizontaal
Verticaal
Heterogeen
Homogeen

Slide 11 - Question de remorquage

Kies de juiste woorden.

Een crèche is een ander woord voor ...(1)....
Bso staat voor ...(2)....
De crèche is bedoeld voor baby's, dreumesen en ...(3)....

A
1-bijzondere speciale opvoeding 2-buitenschoolse opvang 3-schoolkinderen
B
1- peuterspeelzaal 2- bovenspeciale opvang 3-kleuters
C
1- bso 2-bijzinder speciale opvoeding 3- peuters
D
1-kinderdagverblijf 2-buitenschoolse opvang 3- peuter

Slide 12 - Quiz

Peuterspeelzalen of kinderdagverblijven kunnen VVE geven. Dat wil zeggen
A
vroege opvang voor elk kind
B
voorkomen van ellende
C
voor- of vroeg schoolse educatie
D
voortgang van schoolse educatie

Slide 13 - Quiz