tegenwoordige tijd

tegenwoordige tijd
3 tijden
Ik-vorm
Ik- vorm +t
Hele werkwoord
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

tegenwoordige tijd
3 tijden
Ik-vorm
Ik- vorm +t
Hele werkwoord

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Tekst van het liedje
De ik-vorm van het werkwoord, noemen we een stam. 
Ik hak, ik loop, ik klap of ik dam. 
Die stam gebruik je ook, als er je of jij achter het werkwoord staat. 

Slide 3 - Diapositive

Ik-vorm

Ik loop

Ik dam

Ik word

Ik fiets
je/jij

Loop je/jij

Dam je/jij

Word je/jij

Fiets je/jij

Slide 4 - Diapositive

Ik (lopen) naar de stad.

Slide 5 - Question ouverte

(fietsen) jij elke dag naar huis?

Slide 6 - Question ouverte

Ik (vinden) dat niet chill.

Slide 7 - Question ouverte

Vind jij dat niet chill?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Tekst van het liedje
Als een ander iets doet, dan schrijf je stam+t
Hij harkt, zij loopt, u damt of jij klapt mee
Maar eindigt de stam zelf al op een t, 
dan is dit genoeg en schrijf je er geen twee. 

Slide 10 - Diapositive

Wie zijn de anderen?
Alle soorten enkelvoud: STAM + T (dus ik-vorm + t)
De juf  legt uit. 
De leerling vindt. 
De coach lacht. 
Sam ziet. 

Slide 11 - Diapositive

De juf (kletsen) heel veel.

Slide 12 - Question ouverte

Fleur (vragen) de cijfers voor de toets.

Slide 13 - Question ouverte

Je moeder (worden) heel boos.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Tekst van het liedje
Als meer personen iets doen, zie je het hele werkwoord staan
Wij harken, jullie lopen, wij dammen en wij gaan
Je schrijft dan lekker het hele werkwoord op. 

Slide 16 - Diapositive

De leerlingen (chillen) in het park.

Slide 17 - Question ouverte

Wij (zingen) het liedje mee.

Slide 18 - Question ouverte

Conclusie
Je hebt drie tijden in de tegenwoordige tijd.
Ik-vorm/stam
Ik-vorm + t / stam+t
Hele werkwoord

Slide 19 - Diapositive