Week 13 - Prepare for the Block Test

Bloktoets Trede 5
  • Wanneer? Friday 27 March
  • Start hoe laat? 11.00
  • Waar vind ik hem? ELO, 1GB EN (mor) 19.20 BLOKTOETS
    je krijgt hem pas te zien als het zo ver is...
  • Hoe lang duurt de toets?
    De toets duurt een uur (dan heb je ook genoeg tijd als je dyslexie hebt)
  • Je hoeft GEEN WOORDJESTOETS te doen voor trede 5
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare school

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bloktoets Trede 5
  • Wanneer? Friday 27 March
  • Start hoe laat? 11.00
  • Waar vind ik hem? ELO, 1GB EN (mor) 19.20 BLOKTOETS
    je krijgt hem pas te zien als het zo ver is...
  • Hoe lang duurt de toets?
    De toets duurt een uur (dan heb je ook genoeg tijd als je dyslexie hebt)
  • Je hoeft GEEN WOORDJESTOETS te doen voor trede 5

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kennen? 
In het Nederlands:
  • tegenwoordige tijd: present simple: gewone zinnen (+), vragen (?), ontkenningen (-)
  • tegenwoordige tijd: "to be" (am/is/are)
  • tegenwoordige tijd voor dingen die nu bezig zijn: present continuous
  • question words: vraagwoorden (who, what...)
  • compare: dingen vergelijken
  • persoonlijke voornaamwoorden (WB: bezittelijke voornaamwoorden)
  • een bericht schrijven

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je oefenen?
  • Maak de opdrachten in deze les
  • Gaat een opdracht goed? Ga dan verder met het volgende onderwerp
  • Gaat een opdracht minder goed (meer dan 1 fout)?
    Kijk dan naar de uitlegfilmpjes in deze les en maak de extra oefeningen op de ELO. 
  • Waar vind je die oefeningen? 
    1GB EN (mor) 19.20 / BLOKTOETS (Step 5) / OEFENEN
    kies je eigen kleur: RED of WHITE / BLUE

Slide 3 - Diapositive

Present Simple (+)
shitregel: zet (e)s achter het werkwoord als het onderwerp van de zin een he, een she of een it is.

Slide 4 - Diapositive

Kies de goede vorm van de present simple
The dog always ........... (bark)
A
bark
B
barks
C
barkes

Slide 5 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
My parents often ........... (help)
A
help
B
helps
C
helpes

Slide 6 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
We ........... (wash) the car
A
wash
B
washs
C
washes

Slide 7 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
She ........... (brush) her teeth
A
brush
B
brushs
C
brushes

Slide 8 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
They ........... (do) their homework
A
do
B
dos
C
does

Slide 9 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
They ........... (do) their homework
A
do
B
dos
C
does

Slide 10 - Quiz

Kies de goede vorm van de present simple
He ........... (do) his homework
A
do
B
dos
C
does

Slide 11 - Quiz

Hoe ging-ie?
  • 1 of 0 fouten > ga door met het volgende onderwerp
  • meer fouten > oefenen
    ELO / BLOKTOETS (Step 5) / OEFENEN
    > PRESENT SIMPLE OEFENTOETS
 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Present Simple (-)

Slide 14 - Diapositive

Present Simple (?)

Slide 15 - Diapositive

Present Simple (-)
Kies het goede antwoord
He ............. (not eat) pizza.
A
don't eat
B
doesn't eat

Slide 16 - Quiz

Present Simple (-)
Kies het goede antwoord
We ............. (not do) a lot.
A
don't do
B
doesn't do

Slide 17 - Quiz

Maak de zin af
My brother .................. (not like) tea.

Slide 18 - Question ouverte

Maak de zin af
The students .................. (not sleep) a lot.

Slide 19 - Question ouverte

maak een vraag met de present simple

you / like / apples

Slide 20 - Question ouverte

maak een vraag met de present simple

the / dog / run

Slide 21 - Question ouverte

Hoe ging-ie?
  • 1 of 0 fouten > ga door met het volgende onderwerp
  • meer fouten > oefenen
  • ELO / BLOKTOETS (Step 5) / OEFENEN

    Step 1 Present simple questions and negative sentences

Slide 22 - Diapositive

Present Simple - to be
(+)

am (I)
is (he, she, it)
are (we, you, they)

Examples
I am happy.
He is mad.
They are hungry.

(-)

am not (I)
is not (he, she, it)
are not (we, you, they)

Examples
I am not (I'm not) happy.
He is not (isn't) mad.
They are not (aren't) hungry.

(?)

am (I)
is (he, she, it)
are (we, you, they)

Examples
Am I happy?
Is he mad?
Are they hungry?

Slide 23 - Diapositive

Vul de goede vorm in van to be (am, is of are) I ........ twelve years old.

Slide 24 - Question ouverte

Hoe ging-ie?
  • 1 of 0 fouten > ga door met het volgende onderwerp
  • meer fouten > oefenen
  • ELO / BLOKTOETS (Step 5) / OEFENEN

    Step 1 Present simple questions and negative sentences

Slide 25 - Diapositive

Vul de goede vorm in van to be (am, is of are) You ........ the best!

Slide 26 - Question ouverte

Vul de goede vorm in van to be (am, is of are) She ........ my sister.

Slide 27 - Question ouverte

Vul de goede vorm in van to be (am, is of are) ........ you happy?

Slide 28 - Question ouverte

Present Continuous
Present Continuous gebruik je om te praten over dingen die nu bezig zijn.

am
is         + werkwoord + ing
are


Slide 29 - Diapositive

Kies het goede antwoord

She ................ (drink) milk.
A
am drinking
B
is drinking
C
are drinking

Slide 30 - Quiz

Kies het goede antwoord

We ................ (watch) TV.
A
am watching
B
is watching
C
are watching

Slide 31 - Quiz

Kies het goede antwoord

I ................ (walk) now.
A
am walking
B
is walking
C
are walking

Slide 32 - Quiz

Kies het goede antwoord
Those boys ................ (play) football right now.
A
plays
B
is playing
C
play
D
are playing

Slide 33 - Quiz

Kies het goede antwoord
He always ................ (get up) up at 8 am.
A
gets up
B
is getting up
C
get up
D
are getting up

Slide 34 - Quiz

Kies het goede antwoord
Listen! Mia ................ (play) the piano.
A
plays
B
is playing
C
play
D
are playing

Slide 35 - Quiz

Compare en Pronouns
Wil je oefenen met vergelijken en met pronouns?
Ga dan naar LessonUp Week 11

Slide 36 - Diapositive