2.1 2.2 eco km2a
1 / 23
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Chartaal geld
Giraal geld
Slide 2 - Question de remorquage
wat betekent 'stijgen'?
A
lager worden
B
kouder worden
C
warmer worden
D
hoger worden
Slide 3 - Quiz
Slepen maar!
Saldo
Directe ruil
Elektronisch betalen
Indirecte ruil
Geld gebruiken bij ruil
Betalen via internet of telefoon
Het bedrag wat nu op je rekening staat
Ruilen zonder geld
Slide 4 - Question de remorquage
Directe ruil
Indirecte ruil
Sjoerd boekt een hotelovernachting in Zeeland
Max is kapper en knipt Erik. Erik is fietsenmaker en repareert de fiets van Max. Beide betalen niets.
Melissa koopt een zak chips voor € 0,95
Jan ruilt zijn mountainbike met de herenfiets van Henk. Jan hoeft niets te betalen.
Slide 5 - Question de remorquage
goederen of diensten ruilen tegen goederen of diensten
goederen of diensten ruilen tegen geld
Directe ruil
Indirecte ruil
Slide 6 - Question de remorquage
ruilmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel zijn voorbeelden van...
Slide 7 - Question ouverte
Als je iets koopt, gebruik je geld als __________
Als je geld bewaart om het later uit te geven, is het een _________
Als je prijzen met elkaar vergelijkt, is geld een __________
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Slide 8 - Question de remorquage
Rekenmiddel
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Slide 9 - Question de remorquage
Directe ruil
Indirecte ruil
Sjoerd boekt een hotelovernachting in Zeeland
Max is kapper en knipt Erik. Erik is fietsenmaker en repareert de fiets van Max. Beide betalen niets.
Melissa koopt een zak chips voor € 0,95
Jan ruilt zijn mountainbike met de herenfiets van Henk. Jan hoeft niets te betalen.
Slide 10 - Question de remorquage
Over twee jaar wil ik een auto kopen, ik ga hiervoor sparen.
Mijn wasmachine is al 10 jaar oud, ik ga maar alvast sparen mocht de wasmachine kapot gaan.
Als ik mijn geld op een spaarrekening zet, heb ik na een paar jaar meer geld op mijn spaarrekening.
koppel de juiste spaardoelen aan de tekst
sparen voor een doel
sparen uit voorzorg
sparen voor de rente
Slide 11 - Question de remorquage
........ bij sparen is een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld. De .... wordt uitgedrukt in procenten per jaar. Welk begrip moet op de puntjes staan?
Slide 12 - Question ouverte
Geld is een spaarmiddel wanneer...
A
Je iets koopt
B
Je een rekensom maakt
C
Je geld op de bank zet
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Vorige saldo ?
BIJ €386
AF 100
Nieuwe saldo = €2100 Bereken de vorige saldo.
BIJ €386
AF 100
Nieuwe saldo = €2100 Bereken de vorige saldo.
Slide 15 - Question ouverte
Je saldo is €100,-
Je ontvangt €20,- zakgeld
Je geeft €15,- uit aan games
Wat is je nieuwe saldo?
Je ontvangt €20,- zakgeld
Je geeft €15,- uit aan games
Wat is je nieuwe saldo?
Slide 16 - Question ouverte
Je saldo is €1200,-. Er wordt €1800,- afgeschreven. Wat is je nieuwe saldo?
Slide 17 - Question ouverte
Je oude saldo is €100. Je ontvangt €10 en betaalt €5,-. Wat is je nieuwe saldo?
Slide 18 - Question ouverte
1,5% rente over een spaarbedrag van €5.540,- Hoeveel rente is dat na een jaar?
Slide 19 - Question ouverte
€ 4.000 aan 1,2 % rente
Bereken de samengestelde rente na 4 jaar
Bereken de samengestelde rente na 4 jaar
Slide 20 - Question ouverte
Hoeveel rente krijg ik. Ik heb € 500,- op de bank en krijg 1,3% rente.
Slide 21 - Question ouverte
€ 3600 op spaarrekening. 2% rente. Hoeveel rente na 5 jaar)?
Slide 22 - Question ouverte
Op een internetsspaarrekening met samengestelde rente zet je € 24.000 tegen 0,35% rente. Hoeveel rente heb je na 6 jaar verdiend?
