5.2 Het oplossen van zouten

Hoofdstuk 5 - Zouten in de bodem
Uitleg oplossen van zouten
Oplosbaarheid
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 - Zouten in de bodem
Uitleg oplossen van zouten
Oplosbaarheid

Slide 1 - Diapositive

Doelen 
  • Ik kan uitleggen hoe planten hun mineralen uit de grond opnemen.
  • Ik kan uitleggen hoe zand en klei als bodem werken voor het opnemen van ionen.
  • Ik kan de oplosvergelijking opstellen van zouten.
  • Ik weet enkele triviale namen van zoutoplossingen (tb 5.2).
  • Ik kan met de oplosbaarheidstabel BINAS 45A onderzoeken welke zouten goed, matig en slecht oplossen.
  • Ik kan uitleggen hoe klei als ionenwisselaar werkt.

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Vragen 5.1
  • Stukje tekst lezen van pag 101. 
  • Quiz over naamgeving en formules
  • Practicum 3 en 4 (demo)
  • Uitleg over het oplossen van zouten 
  • Maak opdracht 21 t/m 28

Slide 3 - Diapositive

Vragen uit 15.1?

Slide 4 - Carte mentale

Lees pagina 101

Slide 5 - Diapositive

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 6 - Diapositive

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
NaCO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 7 - Quiz

Wat is de zoutformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)

Slide 8 - Quiz

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 9 - Quiz

Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 10 - Question de remorquage

Demoproef 3 en 4

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Oplosbaarheid van zouten
Een zout:
  • postief-ion
  • negatief-ion
Oplossen in water
  • Ionen worden opgeven door water
  • Toestandsaanduiding: aq van aqua

Slide 13 - Diapositive

Verzadiging

  • Zout-oplossing is verzadigd wanneer je geen zout meer kan oplossen.
  • Sommige zouten lossen maar een heeeeeel klein beetje op --> S
  • Sommige zouten lossen maar voor een gedeelte op --> M
  • Sommige zouten lossen goed op --> G, maar niet oneindig.

  • Je kan veel natriumchloride (keukenzout) oplossen, maar niet vele kilo's in 1 liter water.

Slide 14 - Diapositive

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 15 - Diapositive

Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 16 - Quiz

Hoe is de oplosbaarheid van ijzerbromide
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 17 - Quiz

Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 18 - Quiz

Wanneer is een zout oplossing verzadigd?
Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.

Slide 19 - Quiz

Oplosvergelijking
voor de pijl:               na de pijl:
vast zout             zoutopLOSsing

NaCl(s)   -->  Na+ (aq)  +  Cl-(aq)

ionen aan                  ionen
elkaar vast                 LOS

Slide 20 - Diapositive

Oplossen  van zouten
In de animatie hiernaast zie je wat er op microniveau gebeurt als een zout goed oplosbaar is in water: de ionen laten elkaar los en worden omringd door moleculen water.

Slide 21 - Diapositive

 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
timer
3:00

Slide 22 - Diapositive

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl. 
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl. 

3. Vergeet niet kloppend te maken. Zet de getallen op de juiste plek

Slide 23 - Diapositive

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4

Slide 24 - Question ouverte

Triviale namen, leer deze!
Na+ (aq) + OH- (aq)
Natriumhydroxide
Natronloog
K+ (aq) + OH- (aq)
Kaliumhydroxide
Kaliloog
Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Calciumhydroxide
Kalkwater
Ba2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Bariumhydroxide
Barietwater

Slide 25 - Diapositive

De oplosvergelijking van aliminiumfosfaat, , is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 26 - Quiz

De indampvergelijking van
zinknitraat is:
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Zn2++2NO3Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 21 t/m 28.

Leer nog eens de samengestelde ionen in Quizlet. 

Slide 28 - Diapositive

Doelen 
  • Ik kan uitleggen hoe planten hun mineralen uit de grond opnemen.
  • Ik kan uitleggen hoe zand en klei als bodem werken voor het opnemen van ionen.
  • Ik kan de oplosvergelijking opstellen van zouten.
  • Ik weet enkele triviale namen van zoutoplossingen (tb 5.2).
  • Ik kan met de oplosbaarheidstabel BINAS 45A onderzoeken welke zouten goed, matig en slecht oplossen.
  • Ik kan uitleggen hoe klei als ionenwisselaar werkt.

Slide 29 - Diapositive

Schrijf twee dingen op die je nog onduidelijk vind

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf in je eigen woorden twee dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Question ouverte

Vast 
zout
Zout-
oplossing
vast zout = verhoudingsformule
Opgelost zout = losse ionen
Alleen bij losse ionen de fase  (aq)
Bij de verhoudings-formule de fase (s)
Hydratatie van ionen
Stroomgeleiding bij vrij bewegende ionen

Slide 32 - Question de remorquage