3HV H5 Paragraaf 5 Rekenen met de btw / afschrijven (vwo)

3HV H5 Paragraaf 5 Rekenen met de btw / afschrijven (vwo)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3HV H5 Paragraaf 5 Rekenen met de btw / afschrijven (vwo)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen


Je kunt een consumentenprijs omrekenen naar de prijs zonder btw en omgekeerd.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumentenprijs
verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw
21% btw

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BTW berekenen
Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw
100%          +         21%        =      121%    
of
100%          +          9%       =     109%         

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Een JBL sound box kost € 75,- exclusief btw.
Bereken de prijs inclusief btw.
vraag 1: wat is het btw % dat je moet gebruiken?
vraag 2: hoe bereken je de  prijs incl btw ?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld BTW en Consumentenprijs 
De verkoopprijs van een Samsung TV is € 1.228,93
Hoeveel procent is de BTW ?
Hoe hoog is de BTW ?
Wat is de Consumentenprijs ?

Verkoopprijs excl btw €................
BTW                                     €............... +
Consumentenprijs       €................
LET OP!! Verhoudingstabel

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1.25.
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor vwo
Afschrijven op vaste activa

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je weten over afschrijven ?
1. Wat is afschrijven ? 
2. Wie mogen er afschrijven ?
3. Waarom zou je als bedrijf willen afschrijven ?
4. Wat mag je allemaal afschrijven ?
5. Hoe moet je de afschrijving berekenen ?


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is afschrijven ?
Alles wat je gebruikt, verslijt op den duur. Dat geldt bijvoorbeeld voor je schoenen. Elk jaar heb je nieuwe nodig als je er veel op loopt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is afschrijven ?
NIEUW
 0 jaar
Aan vervanging toe
            10 jaar
Dat geldt ook voor veel dingen die bedrijven gebruiken...

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie mogen er afschrijven ?
Waarom zou je willen afschrijven ?

Alleen bedrijven

Geen personen / consumenten
Je hebt niet altijd genoeg geld als bedrijf om bijvoorbeeld een machine in één keer aan te schaffen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat mag je allemaal afschrijven ?
- Computers
- Laptops
- Telefoons
- Pand (=gebouw)
- Auto, busje of vrachtwagen
- Machines voor de productie

Pizzaoven
Heftruck

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je een afschrijving ?
NIEUW
 0 jaar
Aan vervanging toe
            10 jaar
- Als je de bedrijfsauto in één keer koopt, betaal je         € 100.000 bij de aankoop.
- Als je de bedrijfsauto in 10 jaar mag betalen, betaal je elk jaar een deel van die € 100.000, namelijk € 10.000

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je een afschrijving ?
NIEUW
 0 jaar
Aan vervanging toe
            10 jaar
Als je de bedrijfsauto in 10 jaar 
mag betalen, betaal je elk jaar 
een deel van die € 100.000, 
namelijk € 10.000.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de afschrijving per jaar ?
€ 100.000 : 10 gebruiksjaren 
= € 10.000 per jaar

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt een bedrijfswagen van 10.000 euro. Deze schrijf je over 5 jaar af. Wat is de jaarlijkse afschrijving?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Henk koopt een scooter van €5.000,-. Hij verkoopt hem 3 jaar later voor €3.000. Wat is de afschrijving?

Slide 18 - Question ouverte

aanschafprijs - restwaarde : aantal gebruiksjaren = afschrijving.
5000 - 3000 = 2€000
2000 : 3 = €666,67 afschrijving per jaar
In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. De afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions