Par 6.1 Het weerbericht

Par 6.1 Het weerbericht
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Par 6.1 Het weerbericht

Slide 1 - Diapositive

Weer

Slide 2 - Carte mentale

Het weer
Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.

Slide 3 - Diapositive

Voorspellen
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in
De Bilt.
Meteorologen voorspellen het weer.
Hulp van meetstations, computers, satellieten.

Slide 4 - Diapositive

Weerelementen
In het weerbericht zitten de weerelementen:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • bewolking

Slide 5 - Diapositive

Temperatuur
Temperatuur meet je in de schaduw.
Officiële waarnemingshoogte is 150 cm boven de grond.
Thermometer.
Thermo = warmte.
Schaalverdeling.
Celsius.
0° vriespunt van water.
100° kookpunt van water.

Slide 6 - Diapositive

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 7 - Diapositive

Wie voorspelt in Nederland het weer?
A
RTL4
B
KNMI
C
KNVB
D
Fox Sports

Slide 8 - Quiz

Wat is geen weerelement?
A
Temperatuur
B
Wind
C
Sneeuw
D
Bewolking

Slide 9 - Quiz

Wij meten de temperatuur in?
A
Euro's
B
Celsius
C
Meters
D
Fahrenheit

Slide 10 - Quiz

Waarmee meet je de temperatuur en waar doe je dat?
A
Met een vergrootglas in de volle zon
B
Met een thermometer in de volle zon
C
Met een thermometer in de schaduw
D
Met een thermometer half in de zon, half in de schaduw

Slide 11 - Quiz

Neerslag
Neerslag ontstaat als waterdamp afkoelt.
Waterdamp verandert dan in waterdruppels.
Water: drie vormen: gasvormig, vloeibaar en vast.
Vloeibaar: regen
Vast: hagel en sneeuw.
Neerslag wordt gemeten in mm.



Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Wind
Wind is lucht die beweegt.
Dat komt door luchtdrukverschillen.
Hoge en lage drukgebied.

Slide 15 - Diapositive

Wind
Schaal van Beaufort geeft de snelheid van de wind aan.
Windkracht 0.
Winkracht 12.
Windrichting.
In Nederland vaak wind vanuit het zuidwesten.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Bewolking
Bewolking houdt zonnestralen tegen.
Bewolking heeft ook voordelen.
In het najaar en voorjaar voorkomt het nachtvorst.
Bewolkingsgraad.

Slide 18 - Diapositive

Bewolking
De zon geeft licht en verwarmt de aarde.
Ook straalt de zon ultraviolette straling uit.
UV-straling.
Daar kun je van verbranden.
Zonkracht.


Slide 19 - Diapositive

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 20 - Diapositive

Op welke manier wordt windkracht gemeten?
A
Celsius
B
Beaufort
C
Buys Ballot
D
Barometer

Slide 21 - Quiz

Welke weerelementen worden er op het weerbericht altijd genoemd?
A
temperatuur, wind, neerslag en bewolkingsgraad
B
mooi weer, neerslag, sneeuw, bewolkingsraad
C
temperatuur, zonkracht, neerslag, bewolkingsgraad
D
uv-staling, temperatuur, neerslag, bewolkingsgraad.

Slide 22 - Quiz

Wat moet er met waterdamp gebeuren om te veranderen in waterdruppels.
A
Lucht moet warmer worden
B
Lucht moet dalen
C
Lucht moet kouder worden
D
Lucht wegwaaien

Slide 23 - Quiz

Bij grote verschillen in luchtdruk gaat het?
A
Regenen
B
Hard waaien
C
Wordt het windstil
D
Gaat de zon schijnen

Slide 24 - Quiz

En nu?
  • Lezen paragraaf 6.1
  • Maken opdr. 1 t/m 9
  • Leren begrippen (blz. 124)

Slide 25 - Diapositive