Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
VMBO 2 par 4.2 wat levert het op
Paragraaf 4.2
Wat levert het op
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Paragraaf 4.2
Wat levert het op
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
wat is een ondernemer
wat zijn productiefactoren
wat is investeren en wat zijn kapitaalgoederen
wat zijn concurrenten
wat is winst en hoe bereken je de winst (of het verlies)
Slide 2 - Diapositive
Eerst herhalen
wat is produceren
hoe werkt een bedrijfskolom
wat is toegevoegde waarde
hoe bereken je de productiekosten per stuk
SCHRIJF DE ANTWOORDEN OP
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel
wat is een ondernemer
Slide 4 - Diapositive
Ondernemer
Een ondernemer
= iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient (de eigenaar).
Een ondernemer kan het alleen doen maar een ondernemer kan ook personeel in dienst hebben.
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel
wat zijn productiefactoren
Je krijgt nu een filmpje te zien. Goed opletten! je moet straks 4 productiefactoren noteren in je schrift!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Productiefactoren
Slide 8 - Diapositive
Lesdoel
kapitaalgoederen en investeren
Slide 9 - Diapositive
Kapitaalgoederen - investeren
Met
kapitaal
(
geld
) koop je
kapitaalgoederen
.
Kapitaalgoederen zijn gereedschappen, gebouwen, machines, auto's, die je gebruikt om producten te maken.
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen =
investeren
Slide 10 - Diapositive
Lesdoel
wat zijn concurrenten
Slide 11 - Diapositive
Concurrenten
Concurrenten
= dit zijn bedrijven die dezelfde soort producten maken of dezelfde diensten leveren.
Slide 12 - Diapositive
Lesdoel
hoe bereken je de winst (of het verlies)
Slide 13 - Diapositive
Winst of verlies?
Winst
= de positieve opbrengst van de verkoop.
Verlies
= als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten
Failliet
= als een ondernemer te lang verlies maakt, moet die stoppen
Slide 14 - Diapositive
Winst
Formule
Winst = opbrengsten - kosten
Esma heeft voor € 300 aan ijsjes verkocht.
De kosten waren € 182.
Wat is de winst?
Slide 15 - Diapositive
Winst
Formule
Winst = opbrengsten - kosten
Esma heeft voor € 300 aan ijsjes verkocht.
De kosten waren € 182.
Wat is de winst?
De winst van Esma is dan:
€ 300 - € 182 = € 118
Slide 16 - Diapositive
Samenvatting
Wat heb je geleerd:
wat is een ondernemer
welke 4 productiefactoren zijn er
wat is investeren en wat zijn kapitaalgoederen
wat zijn concurrenten
wat is winst en hoe bereken je de winst (of het verlies)
Slide 17 - Diapositive
Oefenen !!!
Bladzijde 120
Maak de vragen
3, 4, 6, 7, 9, 12, 13 en 14
Slide 18 - Diapositive
Aan de slag
Lees de theorie goed door voordat je begint.
Maak de vragen 21, 22, 26, 28, 29, 30 en 32 vanaf blz 102
Ben je klaar, maak dan de herhalingsvragen 8, 9, 12 en 13 op blz 120
Maak daarna de vragen in Lesson Up
Slide 19 - Diapositive
Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van deze lesson up.
Succes!
Slide 20 - Diapositive
Iemand die een eigen bedrijf heeft noem je een:
A
winkelier
B
ondernemer
C
eigenaar
D
bedrijfsleider
Slide 21 - Quiz
De productiefactoren zijn:
A
Natuur, aarde en arbeid
B
Natuur, arbeid en kapitaal
C
Natuur , kapitaal en grondstof
D
Arbeid en kapitaal
Slide 22 - Quiz
Om te produceren zijn productiefactoren nodig. Welke productiefactoren zijn er?
A
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Omzet
B
Kennis, Arbeid, Natuur en Omzet
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap
D
Kennis, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap
Slide 23 - Quiz
Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
natuur
B
werk
C
arbeid
D
kapitaal
Slide 24 - Quiz
Om de kunnen produceren heb je de productiefactoren nodig. Machines vallen onder de productiefactor
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
D
Alle 3 de antwoorden zijn goed
Slide 25 - Quiz
wat is geen productiefactor
A
Kapitaal
B
Winst
C
Natuur
D
Arbeid
Slide 26 - Quiz
Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Producten
C
Arbeid
D
Kapitaal
Slide 27 - Quiz
Match de concurrenten met elkaar
Slide 28 - Question de remorquage
Mohammed, eigenaar van een slagerij, koopt een nieuwe koelkast voor zijn zaak.
A
consumeren
B
investeren
C
produceren
D
concurrenten
Slide 29 - Quiz
Hoe bereken je de winst?
A
Winst = Opbrengsten + Kosten
B
Winst = Opbrengsten
C
Winst = Opbrengsten/Kosten
D
Winst = Opbrengsten - Kosten
Slide 30 - Quiz
Je verkoopt vandaag ijsjes op de markt. Je opbrengst is €772. De totale kosten zijn €489.
Hoeveel winst of verlies maak je?
A
€ 283 verlies
B
€ 283 winst
C
€ 1.286 winst
D
€ 772 winst
Slide 31 - Quiz
Mick verkoopt computerspelletjes voor €45 per stuk. Hij verkoopt er 120.
Hoeveel zijn zijn opbrengsten?
A
5400
B
45
C
120
D
2,67
Slide 32 - Quiz
Mick verkoopt computerspelletjes. Zijn opbrengsten zijn €5.400. Zijn kosten zijn €3.900.
Hoeveel is zijn winst?
A
5400
B
3900
C
1500
D
hij heeft 600 verlies
Slide 33 - Quiz
Mick verkoopt computerspelletjes. Hij verkoopt er 120. Zijn winst is €1.500.
Bereken de winst per verkocht computerspel.
A
180000
B
12,50
C
1500
D
120
Slide 34 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
VMBO 2 par 4.2 wat levert het op
Mars 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
VMBO 2 par 4.2 wat levert het op herhaling
Février 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
VMBO 2 par 4.2 wat levert het op
Février 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
VMBO 2 par 4.2 wat levert het op
Janvier 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Economie klas 1 H4.2
Mai 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4.2 wat levert het op?
Mars 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.2 wat levert het op?
Mars 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.2 wat levert het op?
Février 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2