Het maken van een draaiboek

Draaiboek maken voor evenementen

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je een draaiboek schrijven voor een evenement met een voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, algemeen deel, overzicht van taken, huishoudelijke informatie, benodigdhedenlijst, nawoord en literatuurlijst.

Begin de les door het leerdoel te benadrukken.

Wat weet je al over het maken van een draaiboek voor evenementen?

Wat is een draaiboek?

Een draaiboek is een gedetailleerd plan van een evenement met alle informatie die nodig is om het soepel te laten verlopen.

Geef een definitie van wat een draaiboek is en waarom het belangrijk is.

Onderdelen van een draaiboek

Een draaiboek bestaat uit een voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, algemeen deel, overzicht van taken, huishoudelijke informatie, benodigdhedenlijst, nawoord en literatuurlijst.

Geef een overzicht van de onderdelen van een draaiboek.

Voorpagina

De voorpagina bevat de naam van het evenement, de datum, tijd en locatie.

Laat zien hoe je een aantrekkelijke voorpagina kunt maken en waar deze informatie moet bevatten.

Inhoudsopgave

De inhoudsopgave geeft een overzicht van de onderdelen van het draaiboek en de pagina waar ze te vinden zijn.

Laat zien hoe je een inhoudsopgave maakt en waarom het handig is om er een te hebben.

Inleiding

De inleiding geeft een korte samenvatting van het evenement en wat de lezer kan verwachten.

Beschrijf hoe je een inleiding schrijft en waar je op moet letten.

Algemeen deel

Het algemene deel bevat informatie over het evenement zoals het doel, de doelgroep, het programma en de sprekers.

Beschrijf hoe je het algemene deel kunt schrijven en wat hierin moet staan.

Overzicht van taken

Het overzicht van taken geeft een overzicht van wie wat doet en waar tijdens het evenement.

Laat zien hoe je een overzicht van taken kunt maken en waarom het belangrijk is.

Huishoudelijke informatie

De huishoudelijke informatie bevat praktische informatie zoals parkeergelegenheid, garderobe, EHBO-post en toiletten.

Laat zien hoe je huishoudelijke informatie kunt opnemen en waarom dit belangrijk is.

Benodigdhedenlijst

De benodigdhedenlijst bevat een lijst van alle benodigdheden en materialen die nodig zijn tijdens het evenement.

Geef tips over hoe je een goede benodigdhedenlijst kunt maken.

Nawoord

Het nawoord is een bedankje aan alle betrokkenen en eventueel een vooruitblik naar toekomstige evenementen.

Beschrijf hoe je een nawoord kunt schrijven en waarom het belangrijk is.

Literatuurlijst

De literatuurlijst bevat alle bronnen die gebruikt zijn bij het schrijven van het draaiboek.

Laat zien hoe je een literatuurlijst kunt maken en waarom dit belangrijk is.

Stappenplan

1. Bepaal het doel van het evenement
2. Maak een programma
3. Stel een team samen
4. Maak een taakverdeling
5. Schrijf het draaiboek
6. Controleer het draaiboek
7. Deel het draaiboek uit

Geef een stappenplan om de studenten te helpen bij het maken van een draaiboek.

Tips bij het schrijven van een draaiboek

- Begin op tijd
- Maak gebruik van sjablonen
- Houd rekening met onvoorziene omstandigheden
- Laat het draaiboek controleren door anderen
- Zorg voor een duidelijke taakverdeling

Geef tips bij het schrijven van een draaiboek.

Voorbeelden van draaiboeken

Laat voorbeelden zien van draaiboeken, bespreek wat er goed is en wat er verbeterd kan worden.

Laat verschillende voorbeelden van draaiboeken zien en bespreek deze met de studenten.

Oefening

Laat de studenten in groepjes van 4-5 personen een draaiboek maken voor een fictief evenement.

Geef de studenten de opdracht om in groepjes een draaiboek te maken. Laat ze hierbij de stappen uit het stappenplan volgen.

Presentatie

Laat de studenten hun draaiboek presenteren en geef feedback.

Laat de studenten hun draaiboek presenteren en geef feedback op hun werk.

Reflectie

Laat de studenten reflecteren op de opdracht en schrijf in een paar zinnen op wat ze hebben geleerd.

Laat de studenten reflecteren op de opdracht en schrijf in een paar zinnen op wat ze hebben geleerd.

Bronnen

Laat een lijst zien van bronnen die gebruikt zijn bij het maken van deze les.

Verwijs naar de bronnen die gebruikt zijn bij het maken van deze les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.