(Terugblik) Hoe heet deze figuur? Bereken de inhoud.
Slide 4 - Question ouverte
Leerdoelen
De vergrotingsfactor berekenen en gebruiken.
... ook bij oppervlaktes
... ook bij inhoud
Slide 5 - Diapositive
320 cm² = ... m²
A
32000 m²
B
3,2 m²
C
3200000 m²
D
0,032 m²
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
12 km³ = ... dm³
A
12000000000000 dm³
B
0,000000000012 dm³
C
120000 dm³
D
0,0012
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Hoeveel keer groter is de breedte van de tweede driehoek?
Slide 10 - Question ouverte
McDonald's heeft stickers laten printen waarbij de gele M 23cm breed is. In het echt is de gele M 1,80m breed. Hoeveel keer groter is de gele M in het echt? (= de vergrotingsfactor)
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Een postzegel heeft een oppervlakte van 4,2cm². In een catalogus wordt de zegel vergroot afgebeeld. De Vergrotingsfactor is 2,5. Bereken de oppervlakte van de postzegel in de catalogus in cm².
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Van een foto van 15 bij 10 cm wordt een vergroting gemaakt. Wat is de oppervlakte van deze foto?
De foto wordt vergroot. Nu is de oppervlakte 600cm². Wat is de vergrotingsfactor k?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Kopje II in de figuur hiernaast is een verkleining van kopje I. Kopje I is 5,5 cm hoog en heeft een inhoud van 110 mL. Kopje II is 2,8 cm hoog. Bereken de inhoud van kopje II in mL. Rond af op gehelen.