Much/ many

Goal for the day
Nakijken (opdrachten)
herhalingsles (vergelijken/comparisons)
Much/many
Zelfstandigwerken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goal for the day
Nakijken (opdrachten)
herhalingsles (vergelijken/comparisons)
Much/many
Zelfstandigwerken

Slide 1 - Diapositive

page 50, exercise 6 A

Slide 2 - Diapositive

Page 50, exercise 7

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.


  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal hetzelfde. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much water 

Slide 9 - Diapositive

Uitleg much & many
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 10 - Diapositive

MANY

gebruik je als het woord dat erna komt telbaar is.


He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?
                           MUCH

gebruik je als het woord dat erna komt niet telbaar is. 


That is so much water!
He has got much time


Slide 11 - Diapositive

telbaar

ontelbaar
woorden waar je een cijfer voor zou kunnen zetten

     many apples

     many children


     many cups

bij deze woorden kan je niet een cijfer voor zetten

   much water

    much money


    much sand

Slide 12 - Diapositive

Work on your workbook
Page  51, exercise 8

Slide 13 - Diapositive

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 14 - Question de remorquage

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

There is not ...... work.
A
many
B
much

Slide 15 - Quiz

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ....... sand is there in the dessert?
A
many
B
much

Slide 16 - Quiz

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ..... panda bears are there in this zoo?
A
many
B
much

Slide 17 - Quiz

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

We have ....... beach balls.
A
many
B
much

Slide 18 - Quiz

There are so ............. ducks in the water.
A
many
B
much

Slide 19 - Quiz

A forest is made of .............. trees together.
A
many
B
much

Slide 20 - Quiz

There are ........... wolves in this background picture.
A
many
B
much

Slide 21 - Quiz

I eat ................ rice.
A
many
B
much

Slide 22 - Quiz

people drink .................. water.
A
many
B
much

Slide 23 - Quiz

people drink .................. glasses of water.
A
many
B
much

Slide 24 - Quiz

Zelfstandigwerken
Workbook Page 51, exercises 8
Page 51, exercises 9 A

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien